Dr0oTPcfrerdWOnmSen maar °°k die daar 2iJ" 14 december 1962. 315 elk half jaar controle te houden. De heer Verhoeven vraagt of door de schoolarts gepropageerd wordt om Mevr. Van der Meulen: „Uiteraard". Punt 47 De heer Brandsma gelooft te mogen vaststellen, dat het ook zijn fractie met ontbreekt aan waardering voor de activiteiten die door het college in het verieden op het moeizame terrein van de volkshuisvesting zijn ont- wikkeld. We weten allemaal, dat hierbij zeer belangrijke en beperkende bepalingen gelden. Nochtans gelooft spreker te mogen zeggen, dat wat op dit terrein in onze gemeente tot stand is gebracht wel mag worden gezien. Toch wil spreker over de op de vragen 47a en 47b gegeven ant- woorden een opmerking maken. Op vraag 47a zegt het college, dat het evenrnm als in voorgaande jaren op dit punt stagnatie vreest. Dat is dan wel een bepaalde opvatting van het college maar mag men daaruit con- cluderen, dat wanneer de vereiste goedkeuringen zijn ontvangen inder- daad onmiddellijk aansluitend dus, met de werkzaamheden kan worden begonnen. Spreker moet eerlijk zeggen, dat hij achter dit antwoord een vraagteken plaatst. Spreker weet niet wanneer burgemeester en wethou- ders bekend zullen zijn met de grootte van het contingent woningen dat gebouwd zal mogen worden. Spreker vreest dat dit nog wel enkele maanden zal duren. Daarna moet de zaak nog bestekklaar worden gemaakt. Hij is bang dat, alvorens met de bouw kan worden begonnen, men weer in het vorstverlet zal zitten als het volgende jaar de winter weer heel vroeg- tijdïg mvalt, zoals dit jaa.r het geval is geweest. Spreker zou dus het college en meer in het bijzonder de verantwoordelijke wethouder, toch met grote aandrang willen verzoeken, hier de grootst mogelijke waak- zaamheid te betrachten, want het zou wel jammer zijn, indien als het contmgent bekend is, de werkzaamheden die voor de eigen verantwoor- delijkheid van de gemeente komen, vertragend op de uitvoering zouden De heer Zegwaart zegt, dat burgemeester en wethouders op vraag- 47a itwoorderr Thnrc i.mr/lt 6 projecteerd. woningwetwoningen fû jopicaer neemc aan, aat Durgemeester en wethouders met hun antwoord bedoeld zullen hebben, dat begonnen zal worden met het bouwrijp maken van grond niet alleen voor de te bouwen Wethouder Mr. van Wijk zou het met de heer Brandsma in hoge mate

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 33