322
14 december 1962.
den. Spreekster wil eerst even zeggen, dat zij van harte instemt met het-
geen mevr. Vriesendorp heeft gezegd en vooral met de manier waarop zij
het heeft gezegd. Spreekster wil even aansluiten bij wat de heer Rutgers
heeft betoogd. De wethouder heeft gezegd, dat hij de adviescommissie
niet wil samenstellen omdat dit een belang van Vrouwenbelangen zou
zijn. Spreekster dacht echter dat het hier een belang van de gemeente
gold. Zij meent, dat de wethouder hier een gedachtenfout maakt. Als
het een beiang van Vrouwenbelangen was, zou het logisch zijn als Vrou-
wenbelangen of welke vrouwenvereniging ook, het initiatief nam, maar als
het een gemeentebelang is, vindt spreekster het vanzelfsprekend, dat dit
van burgemeester en wethouders uitgaat. Zij denkt dat mevr. Vriesen-
dorp en zij daarbij wel suggesties zullen kunnen doen.
Spreekster vindt het toch wel opmerkelijk, dat in de meeste huizen de
keukens het zwakke punt zijn. Mevr. Vriesendorp heeft dat ook al ge-
zegd. Spreekster wil dat graag nog eens onderstrepen.
Mevr. Vriesendorp meent, dat in een of andere gemeente de leden van
de V.A.C. zijn benoemd uit de vrouwelijke leden van de raad. Waar het
hier gaat over de bouw van gemeentewoningen, meent spreekster, dat het
coliege zelf een V.A.C. moet instellen. Daar was haar betoog ook op ge-
richt.
Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat de vrouwelijke leden van de
raad al bij aile bouwplannen van de gemeente betrokken zijn en er geen
plan tot stand komt of zij hebben daarover haar licht kunnen laten schij-
nen en haar goedkeuring daaraan kunnen hechten. Spreker meent, dat de
instelling van een V.A.C. door burgemeester en wethouders geen princi-
piële kwestie is. Hij heeft alleen willen onderschrijven, dat, als dit zo
leeft, dit wel naar het college toekomt, Wie zouden burgemeester en wet-
houders moeten uitnodigen? Wanneer de vrouwelijke raadsleden mede
lust hebben in een dergelijke commissie zitting te nemen, zal het college,
gelet op de kwaliteiten van onze vrouwelijke raadsleden, daartegen niet
het minste bezwaar hebben, integendeel, dat van harte toejuichen. En
wanneer de vrouwelijke raadsleden, die, naar spreker aanneemt, meer
contacten zullen hebben met „vrouwenbelangen" en wat dies meer zij,
ook nog suggesties wiilen doen, staan burgemeester en wethouders zeer
zeker open voor een benoemingsvoordracht voor deze commissie. Spreker
wil er helemaal geen halszaak van maken langs welke weg dit allemaal
formeel gespeeld zou moeten worden. We gaan niet tot in details. Desnoods
is spreker bereid met deze commissie onder de douche te gaan staan opdat
we de zaak van alle kanten goed en degelijk kunnen bekijken.
De Voorzitter zegt, dat men uit de woorden van de wethouder heeft kun-
nen opmaken, dat het college bereid is tot benoeming van een V.A.C.,
mits daarvoor bepäalde personen naar voren worden geschoven. Spreker
neemt aan, dat mevr. Vriesendorp en mevr. Cohen daaraan hun mede-
werking zullen verlenen.
Hierna schorst de Voorzitter de vergadering.
De Voorzitter heropent de vergadering.
Punt 53
De heer Zegwaart zegt, dat burgemeester en wethouders er in hun ant-
woord op wijzen, dat de aanleg van een centrale verwarmingsinstallatie in
woningwetwoningen door het Ministerie van Volkshuisvesting en Bouw-
nijverheid niet zal worden toegestaan. Spreker herinnert zich, het zal mis-
schien 5 6 jaar geleden zijn, dat in de raad al eens eerder tot aanleg van
centrale verwarming in woningwetwoningen is besloten. Spreker gelooft,