14 december 1962.
323
dat in die jaren te dezer zake ook nog wel het een en ander veranderd is in
de gedachtengang van Den Haag. Spreker zou dan ook willen voorstellen,
bij de bouw van een nieuw complex woningwetwoningen nog eens een
keer te proberen, zij het dan niet voor alle woningwetwoningen, dan toch
voor een deel van die woningen, of daarin ook centrale verwarming mag
worden aangelegd. Een woning zonder centrale verwarming staat feitelijk
maar 4 5 maanden helemaal ter beschikking, want het overige deel van
het jaar is een aantal vertrekken niet bewoonbaar. Burgemeester en wethou-
ders spreken in hun antwoord van een huurverhoging van 5,per week
voor het hebben van centrale verwarming. Dat zal voor sommige mensen
die deze woningen moeten gaan bewonen een bezwaar zijn, maar er zijn
zeker ook anderen, voor wie die 5,geen bezwaar zal zijn. Men moet
hierbij niet vergeten, dat in deze woningen ook ouders met kinderen ko-
men wonen die studeren en dan zal men de kinderen toch ergens op een
slaapkamer gelegenheid moeten geven om te studeren. Is er geen centrale
verwarming dan moet men op andere wijze in da verwarming voorzien
en een straalkachel kost ook niet weinig. Spreker hoopt, dat burgemeester
en wethouders daarom willen overwegen om een deel van de woningwet-
woningen, die in plan Glip II zullen worden gebouwd, van centrale ver-
warming te voorzien.
De heer Scheer heeft zich destijds, de tijd waarop de heer Zegwaart
doelt, een warm voorstander getoond van centrale verwarming in woning-
wetwoningen. Het is inderdaad zo, zoals de heer Zegwaart nu weer zegt,
dat een gedeelte van de bewoners de daaruit voortvloeiende hogere huur
van 5,wel kan betalen. Het spreekt dus vanzelfdat spreker zich van
harte bij het verzoek van de heer Zegwaart aansluit.
Ir. Enschedé zou nog verder willen gaan. De huisvrouw wordt in de
wintermaanden bijzonder bezwaard door het stoken van een gewone
kachel met kolen e.d. Daar zit enorm veel werk aan vast doordat kachels
veel stof veroorzaken. Spreker zal daar niet over uitweiden want dat laat
hij graag aan de Vrouwenadviescommissie over. De te maken kosten voor
de aanleg van centrale verwarming worden later door een goedkopere en
eenvoudiger exploitatie van het huis weer opgevangen. Spreker heeft eens
nagegaan wat over deze materie is gepubliceerd. Spreker citeert uit een ver-
siag van een vergadering van het Kon. Inst. v. Ingenieurs, welke in
november 1961 is gehouden, dat van de nieuw gebouwde huizen in Zweden
99 centrale verwarming krijgt; Zwitserland 90 Dat is niet zo ver-
wonderlijk. In landen die klimatologisch meer op het onze lijken: Dene-
marken 76%; België 70%; Frankrijk 44%; West-Duitsland 24% en
Nederland 5 Spreker meent dat deze cijfers wel te denken geven.
Wanneer de heer Zegwaart zegt, dat de gemeente de door haar te bouwen
woningen van centrale verwarming moet voorzien, dan wii spreker verder
gaan en zeggen, dat alle te bouwen woningen van centrale verwarming
moeten worden voorzien. Wie durft er op het ogenblik nog medewerking
te verlenen aan het bouwen van woningen zonder behoorlijke warmte-
isolatie en centrale verwarming? Het zijn twee dingen die allebei geld
kosten en hand in hand gaan. Het is een psychologische kwestie. Men be-
gint met een hoger bedrag aan bouwkosten met als gevolg een hogere
huur, en verhoogt vervolgens sterk het woongenot. De gemeentelijke over-
heid staat dichter bij de bevolking dan de rijksoverheid. Spreker gelooft
dat terzake van het aanbrengen van centrale verwarming in nieuwbouw
de gemeente sterke drang moet uitoefenen in Den Haag, omdat het huidig
beleid daar, in dit opzicht niet juist is. Als men meent, dat het de finan-
ciële draagkracht van de bewoners te boven zal gaan, dan wijst spreker er
op, dat het aantal woningen in Nederland en in Heemstede dat geen cen-
trale verwarming heeft, zo groot is, dat deze groep mensen altijd wel een
woning zonder centrale verwarming kan krijgen. Uit gehouden onderzoe-