14 december 1962. 329 kringen wordt die draai verwacht al kan nog niemand zeggen wanneer. Het gaat dus om een zaak waarop men attent dient te zijn. Spreker zou de volgende motie willen voorstellen. „Gezien de in de vergadering van 27 april 1962 door de raad met 15 tegen 4 stemmen aangenomen motie; gezien de weigering van het college van burgemeester en wethouders daar- aan gevolg te geven; verzoeken aan burgemeester en wethouders om vöör 1 mei 1963 aan de raad mede te delen, welke mogelijkheden tot verkoop van woningwetwo- ningen zij zien; op te geven, hoeveel reflectanten, en welke, tot een aankoop op de gestelde regelen willen overgaan van een woningwetwoning of premiewoning; welke maatregelen tot voorbereiding van de verkoop van dergelijke wo- ningen zij hebben genomen en in de toekomst nog denken te nemen; op te geven, welke koopsom naar taxatie van drie te goeder naam bekend staande deskundigen is te maken voor 66 woningen in de componisten- buurt, niet vrij van huur, in één koop, en welk saldo aan kapitaal een derge- lijke opbrengst voor de gemeente zou laten." (get) Pliester, Scheer, Prets en Enschedé. Mr. Kutgers zegt, gisterenavond al te hebben weergegeven wat hij ten aanzien van dit punt van het college denkt. Hij gelooft niet, dat hij daarop behoeft terug te komen. Spreker vindt de gang van zaken ook met de aan- genomen motie, onbevredigend en niet juist. Hij herinnert er aan, dat de raad over deze zaak een uitvoerige nota van burgemeester en wethouders heeft gehad, die eerst is aangehouden en later vôôr op de agenda is ge- plaatst. De raad is er echt breed voor gaan zitten, de raadsleden zijn alle- maal in de cijfers gedoken, zij hebben de stukken ingezien van de enquête die is gehouden, kortom de raad heeft hier uitvoerig over gepraat. Wat gebeurt er nu Gaan we nu weer opnieuw zo'n debat voeren en dat vol- komen onvoorbereid Spreker kan zich niet voorstellen dat zulks door de raad wordt gewenst en het lijkt hem bovendien onjuist. Hij zou aan burgemeester en wethouders willen vragen of zij niet kunnen uitvoeren wat in de motie van april 1962 is gevraagd. Er is toen alleen maar gevraagd het onderzoek naar de mogelijkheden tot verkoop van woningwetwoningen en de voorbereiding om tot een dergelijke verkoop te geraken, voort te zetten. Als burgemeester en wethouders op een gegeven moment tot de conclusie komen dat het niet gaat, kunnen burgemeester en wethouders op- nieuw met een nota komen om uiteen te zetten waarom niet en dan kan de raad daar weer rustig over praten. Hier thans tussen neus en lippen door deze zaak te gaan beslissen, vindt spreker geen goede gang van zaken. Hij zou de ingediende motie wel willen steunen, maar hij zou liever willen dat burgemeester en wethouders zouden antwoorden dat de tijd wat kort is geweest, dat zij er natuurlijk voor zullen gaan zitten en dat zij in de eerstvolgende raadsvergadering of zo gauw mogelijk met een behoorlijke verdere uiteenzetting over deze kwestie zullen komen. De heer Verkouw hoeft niet te zeggen hoe zijn fractie over dit onder- werp denkt, maar ten aanzien van de procedure staat spreker volledig aan de zijde van de heer Rutgers. De heer Scheer zegt, dat de tijd die Iag tussen het tijdstip waarop hij vannacht thuis kwam en vanmorgen weer weg ging, tekort was om nog even in oude raadsstukken te duiken. Anders zou spreker kunnen aantonen, dat hij ongeveer 7 jaar geleden de eerste is geweest, die in de raad burge- meester en wethouders heeft gevraagd of toenmaals de tijd niet gekomen was om deze woningen af te stoten en met het vrijkomende kapitaal weer nieuwe investeringen in huizen te doen. Hoe langer hoe meer raadsleden zijn nadien voor deze zaak warm gelopen. Destijds is met de aanneming van de motie een sluitstuk gelevërd en daarmede moet het toch een keer

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 47