332 14 december 1962.
ZCg}- aanvankelijk tot de tegenstemmers van de motie
ta nllf Spreker heeft later nog wel eens over deze zaak gespro-
en, omdat hij van oordeel was, dat de zaak ook voor de betrokkenen niet
helemaal heider was en zij niet wisten waar zij zich voor opgegeven had"
de^geladiaden^on tê°h afgevraagd of het nu niet mogelijk is een aantal van
op te roepen om hen voor te rekenen wat nu precies hun
erplichtingen en lasten worden en wat zij wel en wat zij niet mogen Met
uitgesorokerTof^ai d" zou d^ mlsSohien een julst °°rdeel kunnen worden
uitgesproken of al dan met tot verkoop van de woningen zal worden over-
gegaan Spreker gelooft dat dit de basis is geweest van het uiteindeltik
aanvaarden van die motie. Maar burgemeester en wethouders hebben tot
nu toe niets gedaan. Spreker gelooft, dat dat vandaag de dag noTkan ge
ordUerevnan dedag.WethOUder t0CZegt' kan men ruatlg ovl^L tot^e
hoS6^6-61- Verkouw is het met de heer Rutgers eens en het lijkt hem een
heel kleme moeite voor de wethouder om te zeggen dat burgemeester en
Ten eerste8 d Th uitvoeren- Dan z«n en ^wee mogelijkheden.
dan bestaaV de hurgemee en wethouders de zaak gaan voorbereiden en
vnprhapr k n e gezlen de ^ote moeilijkheden, de zaak niet uit-
voerbaar is. Dan neemt spreker aan, dat het college de raad mededeelt dat
burgemeester en wethouders tot de ontdekking zijn gekome dat verkoop
van de womngen met uitvoerbaar is. Dan kan de raad zich daarover uit-
spreken. In het tweede geval bestaat de mogelijkheid, dat burgemeester
fnWeth0Uders tot de coodusie komen, dat de zaak wel uitvoerbaar is en
nverZtU raad moeten komen met het voorstel om tot verkoop
eenvoudig ne6mt °°k nieuwe raad daar kennis van. Het is heel
Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat het college de motie zal uit-
voeren. Burgemeester en wethouders zullen in bestuurlijk beleid deze motie
uitvoeren daarbij verdisconterend alle nieuwe facetten, die zich -voordoen
zowel met betrekking tot de bewoners, die de kosten moeten opbrengen'
als met betrekking tot voorhchting van de nieuwe raad. Spreker geeft toe'
dat het gegeven antwoord van burgemeester en wethouders niet het geluk-
kigste antwoord îs geweest. Het is echter de bedoeling van burgemeester
en wethouders geweest, om de uitvoering van de motie zo breed mogelijk te
zlJn en daar werkelijk alles bij te halen wat voor een voorzifhtig en
vraagt^00' n0dig ÎS' ®preker d°6t dUS de toeze^nS die de faad
De Voorzitter vraagt of de heer Pliester c.s. zijn motie intrekt.
Mr. Pliester antwoordt bevestigend.
Punt 61
De heer Willemse vraagt of het college wil overwegen voor de bejaarden
dff weîk alj fket.bos te Piaatsen- Naar zijn idee zouden banken als
e welke geplaatst zijn tegenover de hertenkamp het bos niet ontsieren
hJken hem zeer sohde banken, met een behoorlijke rugleuning.
Wethoudër Mr. van Wijk antwoordt, dat deze banken in de eerste plaats
bedoeld zijn om langs wegen geplaatst te worden. Nagegaan zal moeten
worden of deze banken in een nog meer bosrijke omgeving, dus niet langs
e°n ereg'geetn dlSS°Uant zouden bl«ken te z«n- Burgemeester en wethoudefs
dpf ,ln bet bos banken met leuningen te plaatsen, maar
dan moeten zij aan allerlei ook rustieke eisen voldoen. Spreker gelooft
dat toch wel een oplossing zal zijn te vinden.
Punt 62
Mevrouw Cohen vindt het antwoord van burgemeester en wethouders