14 december 1962.
337
len te bouwen, al zouden voor alle drie de richtingen een voldoend aantai
kinderen kunnen worden opgegeven. Men moet daarom wel tot een compro-
mis oplossing zien te komen en proberen de drie richtingen in één schoolge-
bouw te verenigen. Als er volop kon worden gebouwd was het helemaai
geen probleem. We zullen misschien tenslotte het hoofd in de schoot moe-
ten leggen en in iedere wijk van Heemstede drie kleuter- en lagere scholen
moeten bouwen, maar spreker gelooft toch, dat aan de door hem
aangegeven praktische oplossing de voorkeur moet worden gegeven boven
de formeel wettelijke gang van zaken.
Punt 65
Mevr. Cohen verheugt het, dat burgemeester en wethouders tot de con-
clusie zijn gekomen, dat in Heemstede voldoende aandacht besteed wordt
aan de tijd van de bezetting. Op de conferentie van leraren in de ge-
schiedenis, die de Nederlandse sectie van Fraternité mondiale in november
j.l. in Rotterdam heeft gehouden, constateerde Dr. Janssen, Staatssecretaris
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, een ontstellend gebrek aan
kennis van oorlogs- en bezettingstijd. Wat de lagere school betreft, werd
daar opgemerkt, dat men slechts bij uitzondering verder komt dan pl.m.
1900.
Het verheugt spreekster dus bijzonder, dat Heemstede tot de gunstige
uitzonderingen behoort en het interesseert haar van de wethouder te verne-
men, waarop hij zijn mening baseert. Natuurlijk wil spreekster het ant-
woord van burgemeester en wethouders niet in twijfel trekken, alleen weet
zij uit de tijd dat haar kinderen de lagere school bezochten, wel heel zeker,
dat de figuren uit de Gouden Eeuw de kinderen heel wat levendiger voor
ogen stonden dan die uit de bezettingstijd. Maar dat is dus blijkbaar ver-
anderd en bovendien is er nu het boekje „Volk in verdrukking en verzet"
dat veei kan bijdragen tot een beter begrip. Wanneer zij dan toch ten over-
vioede er nog eens op wil aandringen, dat burgemeester en wethouders dit
punt nogmaals met nadruk onder aandacht van het hoofdencontact bren-
gen, dan doet zij dat in verband met twee recente gebeurtenissen. De eerste
is het ontstellend gebrek aan kennis en begrip, dat aan de opperviakte is
gekomen tijdens de betreurenswaardige- groentijdincidenten in Amsterdam.
En de tweede en belangrijkste is het feit, dat wij aan de nagedachtenis van
onze diepbetreurde koningin Wilhelmina verplicht zijn, de eerbied en
dankbaarheid voor wat de verzetstrijders in Nederland mede onder haar
bezielende ieiding hebben gedaan en vooral ook waar het bij de verzetsstrijd
eigenlijk om ging, de jeugd van jongs af aan in te prenten.
Wethouder Corver antwoordt, zelf geen les op de lagere school te geven.
Hij heeft de kinderen daarover dus ook niet kunnen ondervragen. Spreker
heeft er wel met de hoofden van scholen en met de leerkrachten over ge-
sproken en men heeft hem verzekerd, dat aan deze leerstof aandacht zou
worden besteed. Ook in het hoofdencontact is dit onderwerp enige malen
ter sprake gekomen. De boekjes die handelen over de bezettingstijd zijn
aan de scholen verstrekt om dit alles nog weer eens onder de aandacht te
brengen.
Spreker gelooft dat uit het feit, dat studenten in de groentijd blijk heb-
ben gegeven van een bijzonder gebrek aan begrip voor wat er in de
bezettingstijd is gebeurd, hoe betreurenswaardig ook, voor het onderwijs in
Heemstede geen conclusie kan worden getrokken. Spreker gelooft dat het
hele nederlandse volk dit voorval bijzonder heeft betreurd, hetgeen ook
in de Tweede Kamer nog zeer onlangs zeer sterk tot uiting is gekomen.
Er wordt op de scholen regelmatig aan de geschiedenis van de bezettings-
tijd aandacht geschonken. Het is natuurlijk wei zo, dat het ene kind meer
interesse hiervoor heeft dan het andere. Spreker meent dat de figuren uit
de Gouden Eeuw altijd nog wel iets meer tot de verbeelding van de kin-