14 december 1962.
341
Nu spreker 'uit het afdelingsverslag gelezen heeft, dat de Voedingsraad
vöôr verstrekken van de schoolmelk blijft, zal spreker met vreugde vôör
een eventueel voorstel stemmen om de schoolmelk weer te gaan verstrekken.
Mr. Kutgers voelt behoefte om de schuldgevoelens van mevr. Vriesen-
dorp te elimineren, omdat het zo moeilijk is te werken met een fractiege-
noot die zich beladen met schuld voelt. Het is n.l. bepaald niet zo, zoals
mevr. Cohen stelt, dat hier van een afstraffing moet worden gesproken.
Dat kan natuurlijk niet. Het is politiek gezien volkomen normaal, dat men
vanuit zijn beginsel praktische beslissingen neemt. Mevr. Vriensendorp had
indertijd te maken met een twijfelachtige medische indicatie voor een be-
paalde maatregel en met het beginsel van haar fractie, dat allereerst de
ouders voor het welzijn van hun kinderen verantwoordelijk zijn. Zij heeft
toen het beginsel onverkort laten gelden, omdat een ingrijpen door de over-
heid medisch niet nodig leek. Spreker vindt het heel normaal, dat men op
een gegeven moment ten aanzien van deze medische noodzaak van mening
verandert en hij zou het bijzonder betreuren, als de raad het idee zou krijgen,
dat een dergelijke meningsverandering een afstraffing nodig maakt. Spre-
ker vindt het een misselijke mening, dat politiek zou zijn een coûte que
coûte vasthouden aan wat men vroeger eens gezegd heeft. Naar sprekers
mening zou dat het idee geven, dat politiek een soort onwerkelijk spel is om
belangen te vertegenwoordigen. Zo is het toch echt niet. Politiek is een van-
uit je beginsel proberen de best mogelijke praktische beslissingen te nemen.
En als men daarbij van mening verandert omdat de praktijk dat eist, is dat
volkomen normaal. Spreker denkt, dat mevr. Cohen of wie dan ook van de
P.v.d.A. heus wel eens van mening over een bepaalde zaak willen veran-
deren. Dat zij hun dan van harte gegund en dat is volkomen hun goed
recht en spreker zal dan helemaal geen moeite doen om hen af te straffen.
De heer Willemse zegt, dat de voorstanders van de schoolmelkverstrek-
king er dus vanuit gaan, dat schoolmelk nuttig en nodig is voor de kinde-
ren en vooral voor die kinderen, die door omstandigheden thuis niet vol-
doende melk krijgen. Spreker vraagt zich echter af of juist de kinderen die
de melk thuis niet krijgen deze wel op school zullen krijgen. Daar kunnen
allerlei uiteenlopende redenen voor zijn en vooral de financiele reden om-
dat er ouders zulien zijn die menen, dat de melk te duur is voor het huis-
houdbudget. Dan zouden dus de kinderen die het meest de melk nodig
hebben, deze juist niet krijgen. Spreker zou van mevr. Vriesendorp in twee-
de instantie willen horen of zij een bepaald idee heeft hoe dit kan worden
opgelost.
Wethouder Corver wil in het bijzonder wijzen op een argument van bur-
gemeester en wethouders dat in het debat weinig aan de orde is gekomen,
n.l. de stoornis die het verstrekken van schoolmelk oplevert in de gang
van zaken op de scholen. De melkverstrekking is een rommelige geschie-
denis; het geeft geknoei en veel last bij de verstrekking van de melk door
het onderwijzend personeel.
Spreker heeft begrip voor het feit, dat men van inzicht kan veranderen
en hij vindt dat het goed recht van mevr. Vriesendorp. Hij verbaast zich
er ook helemaal niet zo erg over, dat haar standpunt nu, uit medische over-
wegingen, een ander is dan enkele jaren geleden.
Spreker handhaaft zijn overwegingen die 4 jaar geleden voor hem gol-
den. Hij vraagt zich af, of het echt wel zo verschrikkelijk nodig is om in de
betrekkelijk korte ochtendperiode van 9-12 uur aan de kinderen melk
te verstrekken. Dit kan toch direct na thuiskomst van de kinderen gebeu-
ren. Spreker ziet, eerlijk gezegd, de noodzaak van schoolmelk niet in. Hij
kan zich voorstellen, dat deze kort na de oorlog, toen de voedingstoestand
veel slechter was, nodig was. Onder de tegenwoordige omstandigheden is
spreker daar niet van overtuigd. In meerderheid waren dat ook de bezwa-
ren van het college. Spreker zou het. hier voorlopig bij willen laten.