344 14 december 1962.
Mevr. Cohen sluit zich aan bij hetgeen door mevr. Vriesendorp en mevr.
van der Meulen is gezegd. Zij gelooft niet, dat er nog nieuwe argumenten
te vinden zijn die vöör de schoolmelkverstrekking pleiten. Zij zou alleen
nog willen aanvoeren, dat dit bepaald niet een Heemsteedse of een Neder-
landse zaak is. In ianden als Duitsland en vele landen in Amerika is het
vanzelfsprekend dat op alle scholen melk wordt verstrekt.
Spreekster zou de heer Rutgers nog willen antwoorden waarom zij
meende mevr. Vriesendorp de dingen te moeten zeggen zoals zij ge-
daan heeft. Spreekster is het volkomen met de heer Rutgers eens, dat het
helemaal niet erg is van mening te veranderen, maar zij vindt hét alleen
vreemd als men van mening verandert terwijl alle argumenten en feiten
dezelfde zijn gebleven. Dat was haar bezwaar.
Ten slotte wil spreekster het volgende voorstel doen:
„Ondergetekenden verzoeken burgemeester en wethouders de school-
melkvoorziening in Heemstede te hervatten" (get) mevr. Cohen,
mevr. Vriesendorp en de heren Verkouw, Brandsma, Zegwaart, van der
Linden en Frets.
Het voorstel wordt aangenomen met 128 stemmen.
Tegen het voorstel stemden de heren Kooijmans, van der Hulst, Ver-
hoeven, Heupers, Pliester, Scheer, Enschedé en wethouder van Wijk.
Punt 70
De heer Scheer zegt, dat in het antwoord van burgemeester en wethou-
ders uitsluitend over toneel wordt gesproken. Spreker vraagt of burge-
meester en wethouders tegen balletvoorstellingen zijn. Spreker vindt het
niet belangrijk voor de lagere scholen balletvoorstellingen te organiseren.
Mevrouw Cohen zegt, dat haar fractie op deze vraag liever een meer
positief antwoord had gezien. Wanneer burgemeester en wethouders me-
nen, dat goed jeugdtoneel voor de hoogste klassen van de.lagere scholen
van belang is, kunnen zij stimulerend optreden. Wanneer zij er tegen zijn,
uit angst voor overbelasting van het lagere schoolkind, zoals de wethou-
der in de commissievergadering opmerkte, dan valt daarover te discus-
siëren; zo ook over de vraag of er verantwoord jeugdtoneel te vinden is.
Wanneer zij toch liever willen afwachten hoe de hoofden van scholen er
tegenover staan, dan hoopt haar fractie, dat het antwoord van het hoof-
dencontact niet te lang op zich zal laten wachten. Er zijn nog meer be-
langrijke punten die in het hoofdencontact behandeld moeten worden, zo-
als het eventueel invoeren van de vijfdaagse schoolweek. Spreekster
hoopt daarom, dat het hoofdencontact spoedig bijeen zal komen en dat het
dan stimulerend zal optreden.
Ir. Frets gelooft dat het aanbeveling verdient om het kind zolans: mosre-
lijk kind te laten.
Wethouder Corver wijst er op, dat het muziekonderwijs reeds uitbrei-
ding heeft ondergaan, terwijl men nu staat voor een waarschijnlijk on-
ontkoombare verkorting van de schoolweek. Van het laatste zijn de onder-
wijsdeskundigen over het algemeen bepaald geen voorstanders. Op het
ogenblik wordt daarover op landelijk niveau nog gediscussieerd. Spreker
zou toch even die ontwikkeling willen afwachten voordat hij nu nog weer
andere dingen b.v. ballet en jeugdtoneel zou gaan stimuleren om in het
onderwijsprogramma voor de lagere school op te nemen. Ballet zou spre-
ker in alle opzichten voor de lagere school willen veroordelen, of het zou
t°ch echt kinderballet moeten zijn. Daar komt ook nog bij, dat normaal
ballet eenvoudig niet is te betalen. Er wordt weinig jeugdtoneel gegeven,
dat werkelijk acceptabel is voor de lagere school. Als men weet waar men
ten aanzien van de schooltijden aan toe is, kan men deze wens opnieuw
bezien.