14 december 1962. 347 een apart fonds is. Hij ziet daarin de mogelijkheid, dat daaruit ook de aanleg van een parkje of een mooie brug wordt gefinancierd. Dat kan zo ook wel gedaan worden, maar als men een fonds heeft kan men daaruit putten. Laat de raad nu besluiten om jaarlijks f 10.000 in een fonds te stor- ten waardoor de mogelijkheid wordt geschapen om Heemstede te ver- fraaien. De heer Scheer zal, wanneer het voorstel in stemming komt, tegen stemmen. Hij wil hier uitdrukkelijk bij zeggen, dat hij dat niet doet om- dat hij Heemstede niet wil verfraaien, maar omdat hij zich aansluit bij het standpunt van burgemeester en wethouders om dit te doen op passen- de tijden en niet gedwongen doordat het fonds zodanig is aangegroeid dat het op een zeker moment moet worden opgemaakt. De Voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders nu dus weten, dat, wanneer zij met een voorstel tot verfraaiing van Heemstede komen, de raad daar willig tegenover staat. Wethouder Corver zou de raad enigszins tot bezinning willen brengen. D;t is nu wel een aardig voorstel, maar als men optelt wat per jaar aan verfraaiing van de gemeente wordt uitgegeven, dan is dat zeker meer dan f 10.000 zoals voor plantsoenen e.d. De heer Pliester sprak zojuist ook over het aanleggen van een plantsoen of parkje. Dat is precies hetzelfde wat spreker zegt. Als opdrachten gegeven worden voor beeldhouwwerken, zal dat met de uiterste voorzichtigheid moeten gebeuren. Als een speciaal fonds wordt gesticht, waarin f 10.000 per jaar wordt gestort, zal men op een bepaald moment tot de ontdekking komen, dat er nog niets is gedaan en dan zal men zeggen dat er toch een keer eens wat moet gebeuren of het bedrag is net niet toereikend om het mooie wat men van plan was te ma- ken, te bekostigen. Er zijn voldoende financiele middelen om, als de raad dat wil, iets bijzonders te doen voor de verfraaiing van Heemstede. Spre- ker vindt het instellen van een bestemmingsfonds daarvoor absoluut on- nodig. AIs men dat gaat doen kan men nog alle mogelijke andere fondsen gaan vormen. Dan gaan we alles wat op de begroting wordt geraamd verdelen in fondsen, waarmede de bestemming van het geld dan vast ligt. De heer Verkouw wil in de eerste plaats naar voren brengen, dat tal van gemeenten tot het instellen van een dergelijk fonds zijn overgegaan. Bur- gemeester en wethouders kunnen wel zeggen, dat zij openstaan voor het idee om de gemeente te verfraaien en dat zij, indien zich een goede ge- Iegenheid voordoet, de raad dienaangaande een voorstel zullen doen, maar door de instelling van een fonds worden burgemeester en wethouders er met de neus bovenop gedrukt. Dan zien zij die post telkenjare op de be- groting terugkeren en dan zullen zij zich afvragen welke mogelijkheden er zijn. Dat betekent helemaal niet, dat er voor tientallen andere dingen ook fondsen gesticht moeten worden. Dat vindt spreker altijd een be- zwaar dat er gezegd wordt, als we dat gaan doen dan dreigt het gevaar S dat... enz. Dat gevaar is er helemaal niet. Wij beperken ons voorlopig tot het instellen van één fonds. De financiele toestand van de gemeente laat dit toe. Het heeft een zeer aantrekkelijke kant, waarom spreker nog eens ernstig wil aandringen om het wel te doen. De Voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders door het indienen van dit voorstel en door het gesprek in de raad, er met de neus bovenop zijn gedrukt. Zij weten nu dat de raad in deze gaarne iets wil, maar er moet ook gelegenheid zijn. De raad zal toch moeten toegeven, dat er niet iets moet komen wanneer het niet nodig is of wanneer het naar buiten helemaal geen effect heeft. Een verfraaiing van de gemeente moet, zoals straks zo mooi is gezegd, ontroering doen ontstaan. Dat heeft spreker in zijn hart opgenomen en als er ooit eens een kunstwerk voor

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 65