288
14 december 1962.
ment met deze zaak. Wat burgemeester en wethouders konden doen
hebben zij gedaan, o.a. met betrekking tot de vakantieregeling, de wacht-
geldregeling, de verplaatsingskostenregeling, kortom met het vooruitlopen
°P een tarifiëring voor het personeel van de reiniging, met het vooruit-
lopen op de definitieve prestatiebeloning met 8 waarbij veronderstel-
de prestaties moesten worden ingelast om dit te kunnen verantwoorden;
veronderstelde prestaties die niet helemaal in de lucht hangen maar er
ook in werkelijkheid wel zijn. Er is naar de mening van burgemeester
en wethouders in dit opzicht gebeurd wat er gebeuren kon. De werkclassi-
ficatie is inderdaad voltooid, maar in andere opzichten dat betreft al-
leen de nazorg kon dat nog niet, want er waren verschillende wijzi-
gingen te wachten en er moest dus achteraf nog worden bekeken hoe dan
de situatie zou liggen. Dat is ook inmiddels gebeurd, zodat deze kant van
de zaak ongeveer in het reine is gekomen en als afgedaan moet worden
beschouwd.
Tegen het aan een nader onderzoek onderwerpen van de functie-inde-
ling en de klasse-indeling heeft het college geen bezwaar, hoewel burge-
meester en wethouders menen, dat het overbodig werk is, want hoe men
schuift of keert of wendt, daar zal niet veel uitkomen. Als men het in de
beschrijving van de werkzaamheden wil zoeken om daardoor promotie te
bewerken dan moet spreker dat afraden, want dat hebben burgemeester
en wethouders nu juist gedaan en het zit er niet in. In een zeer recent
geval wilden burgemeester en wethouders een bepaalde groep mensen in
een hogere salarisgroep plaatsen, maar het kon eenvoudig niet omdat, zo-
als uitgedrukt werd, de groep waarin ze zaten ook maar net met de hak-
ken over de sloot was. Spreker gelooft dus, dat daar niet zoveel van moet
worden verwacht.
Burgemeester en wethouders hadden natuurlijk cijfers kunnen overleg-
gen van de gemeente Haarlem. Dat is echter allemaal moeilijk te verge-
lijken materiaal. Dat hangt helemaal af van de inrichting van de betrok-
ken diensten en van de taken, die aan het personeel zijn opgedragen.
Deze zijn in een grote stad veelal meer eenzijdig dan in kleine gemeen-
ten, waar men meer manusjes van alles vindt. De kunst om met dit mate-
riaal te goochelen is vrij eenvoudig. De cijfers van Haarlem zullen door
burgemeester en wethouders worden opgevraagd,
Met betrekking tot de werkclassificatie zegt 'de heer Brandsma, dat er
een enorm misverstand moet zijn en spraakverwarring. Uit de parle-
mentaire verslagen over dit onderwerp leest spreker, dat de heer/Wvijers
(K.V.P.) zegt, dat hij met het vraagstuk van de werkclassificatie van de
maandloners niet meer uit de voeten kan. De heer/Bma]lcbrock/<zcgt, dat
men de lagere organen met name de kleine gemeenten een groot genoe-
gen zou doen met afschaffing van de werkclassificatie en de prestatiebe-
ionin£- De heer Bermg»/ sluit zich hierbij gaarne aan. Hij heeft van het
begin af aan niet veel heil in de werkclassifieatie gezien. Het is een papier-
lawine, waarmede de mensen betrekkelijk weinig zijn opgeschoten. Mis-
schien is de prestatiebeloning wat meer van betekenis, maar hij gelooft,
dat wij met de werkclassificatie niet op de goede weg zijn. De heer Geert-
sema (V.V.D.) sprak ook in gelijke zin. De heer Bakker (C.P.N.) vond
de prestatiebeloning een jaagsysteem. En dan zegt de Minister, „dat hij
°ver de afschaffing van de werkclassificatie en de prestatiebeloning voor
f \J jj de weekloners wel met de commissie wil praten. Het is niet in alle delen
V een gelukkige zaak." AIs spreker zo'n verslag leest, en hij was al niet
overmatig enthousiast, dan vindt hij hier wel geestverwanten in dit op-
zicht, maar nu eenmaal de raad in deze uitspraak heeft gedaan, staat het
college daar con amore achter. De zaak zal zo snel als maar mogelijk is
worden uitgevoerd.
Met betrekking tot de werkclassificatie waren burgemeester en wethou-
ders natuurlijk gebonden aan het Bureau Personeelsbeheer der Vereniging
