10 24 januari 1963 negen zal zijn om de gronden aan de gemeente te verkopen en in de tweede plaats, dat de gemeente dan in de gelegenheid zal zijn ook tegen een lagere prijs te kopen. Het zal ongetwijfeid bekend zijn, dat enige maanden geleden het rap- port van de Commissie Grondkosten is verschenen. Op blz. 40 van het rap- port zegt de commissie: ,,de prijzen en onteigeningsvergoedingen voor ruwe grond tonen een algemene tendens tot stijging waarvan o.m. als oor- zaken kunnen worden genoemd: de nieuwe wettelijke maatregelen op het stuk van de te betalen vergoedingen en de toenemende invloed van de schaarste aan bouwgrond die samengaat met het opheffen van de prijs- beheersing voor de landbouwgronden." Spreker wil hier nog even aan toe- voegen maar dat staat niet in het rapport dat de P.v.d.A. dit met lede ogen heeft aangezien. De gemeenten kunnen steeds minder beschik- ken over grote bouwterreinen, terwijl zij toch op het verwerven van grond zijn aangewezen. Spreker gelooft dat eigenlijk niemand erg blij is met het rapport, want de commissie is ook niet verder gekomen dan signaleren en analyseren. Zij wijst dan ook geen nieuwe wegen aan en kan eigenlijk al- leen maar constateren, dat het in de toekomst steeds moeilijker zal wor- den. Spreker vindt het belangrijk, dat het gaat om een stuk grond dat in het centrum van de gemeente is gelegen. Elk gemeentebestuur doet er ver- standig aan om, als de gelegenheid zich voordoet, dergelijke grond te ko- pen. De heer Frets heeft bepaalde prijscaiculaties gemaakt, maar wanneer men rekening houdt met de prijs die betaald is voor de gronden die enige maanden geleden zijn aangekocht, dan komt men op een gemiddelde prijs van f 13,50 per m^; dat wil dus zeggen, dat de prijs van f 16,50 per m« al onmiddellijk terugvalt met f 3—. De gemeente heeft bovendien de grond niet nodig voor recreatieve doeleinden. Natuurlijk mag daar een speelweide of een speeltuin komen als dat wenselijk mocht blijken te zijn, maar de gemeente kan dit terrein verder geheel voor bebouwing benutten. Ook is het niet no- dig op dit complex grote en brede verkeerswegen aan te leggen. Hier kan met betrekkelijk eenvoudige straten worden volstaan. Het zal een woon- wijk kunnen worden, hetgeen betekent, dat er relatief veel grond beschik- baar komt voor verkoop. Spreker gelooft dat het gemeentebestuur in staat zal zijn om een uitbreidingsplan samen te stellen waarin naast de mogelijk- heid van nog wat woningwetbouw en premiebouw, bouw in de vrije sector wordt geprojecteerd, zodat een grondprijscalculatie kan worden verkreger die een sluitende exploitatie waarborgt. Zijn fractie, die zeker ook ge- schrokken is van deze hoge prijs, zal niettemin op de gronden die spre- ker zojuist heeft ontvouwd, gaarne haar stem aan het voorstel geven. Voor de heer Verhoeven staat het in de eerste plaats volstrekt niet vast, dat de gemeente die grond over enige tijd nog zal kunnen kopen. In de tweede plaats wil hij er op wijzen, dat de heer Frets bij zijn calculatie geen rekening heeft gehouden met een steeds voortschrijdende inflatie. De aan- koopkosten van gronden die nu worden gekocht kunnen met guldens die in waarde verminderd zullen zijn worden afgelost. De waardevermindering van het geld bedraagt ongeveer 4 per jaar en daarmede kan een groot j deel van het renteverlies door de heer Frets gecalculeerd, worden opgevan- gen. Spreker gelooft bovendien, dat de verkoper niet geneigd zal zijn om die grond langer te gebruiken. Blijkbaar wil de verkoper deze grond af- stoten, opdat hij het vrijkomende kapitaal op een andere wijze kan ge- bruiken. Als men de kaart van Heemstede bekijkt, is er niet veel grond meer waar de gemeente, n'importe welke soort, woningen kan bouwen. Spreker meent dat men nu moet kopen ongeacht het feit, dat de prijs in- derdaad een beetje aan de stevige kant is, maar het is het goed recht van de verkoper deze prijs te bedingen. Spreker gelooft ook niet dat men be- vreesd behoeft te zijn dat de gemeente geen kopers voor de grond zou

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 10