24 januari 1963
11
kunnen vinden wanneer een gedeelte daarvan in de vrije sector zou woi -
den verkocht.
Mr. Pliester zegt, dat zijn fractie genegen is het voorstel tot aankoop
van deze grond te ondersteunen zij het, dat zijn fractie wel enigszins tegen
de prijs heeft opgekeken. De verkoper krijgt hier nl. wel zo ongeveer wat
hii bii een eventuele onteigeningsprocedure krijgen zou. Het îs eigenhjk een
afwegen of het nu het moment is, terwijl er nog niet eens een defimtief
uitbreidingsplan voor dit terrein bestaat, om voor deze grond een nagenoeg
volledige onteigeningsvergoeding te betalen. Spreker kan begrijpen, dat
men daar enigszins tegenaan kijkt. Zijn fractie heeft met nog enkele an-
dere factoren rekening gehouden nl. dat deze grond in het centrum van de
gemeente is gelegen; de gemeente heeft altijd bouwgrond nodig; de eige-
naar biedt deze grond zelf aan en is misschien over 5 jaar niet bereid om
die grond aan te bieden. Wanneer men de zaak zo ziet en de belangen gaat
afwegen die hierbij voor de gemeente spelen, dan gelooft spreker dat de
prijs wel aanvaardbaar is. Nu de gelegenheid zich voordoet, ziet zijn fractie
deze grond toch wel graag in handen van de gemeente.
De heer Zegwaart vraagt of er op die grond een goedgekeurd uitbrei-
dingsplan ligt en zo ja of er dan op die grond woningen geprojeeteerd zijn.
Wethouder Bekker antwoordt, dat de heer Frets hem niet kwalijk zal
nemen, dat hij diens berekeningen niet zo gauw heeft kunnen verwerken.
Spreker gelooft overigens, dat omtrent dit voorstel wel alies gezegd îs wat
daarover te zeggen is. Burgemeester en wethouders hebben wel haast de
zekerheid, dat deze grond geen tweede keer aan de gemeente zal worden
aangeboden. Bovendien zijn burgemeester en wethouders er met zeker van
dat er geen andere liefhebbers voor deze grond zijn. Het îs helemaal met
gezegd dat hier alleen maar woningwetwoningen zullen worden gebouwd.
De door de heer Frets gecalculeerde prijs van 50,— per m2 spreker
neemt even aan dat die juist is wijst althans niet in die richtmg. In
antwoord op de vraag van de heer Zegwaart zegt spreker, dat op deze
grond een uitbreidingsplan ligt. In de commissie voor het grondbearyt is
over het voor en tegen van dit voorstel gesproken.
Ir Frets wil in de eerste plaats opmerken, dat deze grond de gemeente
nooit zal ontgaan. De grond ligt in het centrum der gemeente en is. met
een uitbreidingsplan in de hand, altijd te knjgen. De mogelijkheid bestaat
ook nog om de koper andere grond aan te bieden. Er zijn vele gemeenten
die gronden opkopen juist met de bedoeling om de bedrijven of kwekcrijen
die vanuit het centrum verjaagd worden, grond aan te kunnen bieden
waarmee ze van het broodheerschap van de eigenaars af zijn en de balans
daardoor zeer aanzienlijk naar de andere kant door zal slaan. Spreker
heeft al in eerste instantie gezegd, dat de grondprijs na 6 jaar gerust me.
100 mag zijn gestegen, want volgens zijn berekening weegt daar het
renteverlies tengevolge van directe aankoop tegenop. We leven nu wel m
een tijd van hoogconjunctuur maar de grondprijs is. alle înflatie ten spijt,
niet hoger dan hij vandaag is. Voor de bloembollenexport dreigen wel de-
gelijk wolken aan de horizon, want een commissie die eens m Denemarken
is gaan kijken, is zeer geschrokken thuis gekomen omdat men daar yoor-
treffeiijke bollen kweekt. Ook Japan komt als grote bollenproducent steeds
beter op de markt. Dat de inkomstenvergoeding van de verkoper na 5 jaar
hoger zal liggen, vindt spreker daarom zeer onwaarschijnlijk en deze
grondprijs bestaat in hoofdzaak uit inkomstenvergoeding. Naar aanleiding
van het argument van de heer Verhoeven inzake de invloed van de înflatie
op deze grondaankoop en het argument van de heer Verkouw mzake de
stijging van de grondprijs, merkt spreker op, dat het hier, als spreker goed
is geïnformeerd, een zeer welgesteld eigenaar betreft die helemaal met uit
geldnood verkoopt, maar, naar sprekers mening, uit een zeer welbegrepen