24 januari 1963 5 voor de Ver. van Nederl. Gemeenten om voor alle gemeenten tezamen bij de Tweede Kamer een poging in die richting te doen. Overigens heeft de heer Verkouw gelijk als hij zegt, dat deze zaak bij de wet financiële ver- houding tussen Rijk en gemeenten uitvoerig ter sprake is geweest. Daarbij bleek, dat de regering er niet voor voelt. Spreker gelooft daarom, dat een pogin'g om hierin verandering te brengen weinig nut zal hebben. Spreker meent, dat het juist is de motie van de gemeente Buurmalsen voor kennis- geving aan te nemen. Eventueel zou er nog een bespreking met de Ver. van Nederlandse Gemeenten kunnen plaats hebben om te kennen te geven, dat de raad vöör de inhoud van de motie is. Spreker weet niet of de raad van oordeel is dat dit zou moeten gebeuren. De voorzitter stelt voor, aan de gemeente Buurmalsen te laten weten, dat de raad de weg die zij heeft betreden onjuist acht en dat genoemde ge- meente zich dient te wenden tot de Ver. van Nederl. Gemeenten. De raad kan zich hiermede verenigen. n, verslag van kasopneming en controle administratie 3e kwartaal 1962: Heemsteedse Sportparken; 4e kwartaal 1962: Heemsteedse Sportpar- ken, SchoolartsendienstGas-, duinwater- en elektriciteitsbedrijven; Stichting studiehulp; Gemeente-ontvanger. o. open brief aan de gemeenteraden, voorkomende in het blad „Houdt moed" d.d. december 1962 van de besturen van de Bond van Mobilisa- tie-Invaliden en van hun nabestaanden en van de Stichting „De Neder- landse Soldaat" om alsnog een eenmalige bijdrage van 2 cent per in- woner te schenken voor de oprichting van een nationaal monument in de vorm van een klokketoren. p. schrijven van P. H. M. Peeperkorn mede namens de Vennootschap on- der firma Van der Velde's Betonbouw d.d. 24 november 1962, waarbij zij hun eerder gedaan verzoek tot industrievestiging aan de Blekers- vaartweg nader toelichten met verzoek de nodige maatregelen tot inwilliging daarvan te nemen. De heer Verhoeven is van mening, dat de heer Peeperkorn er geen di- rect belang bij heeft zoals bij een voorgaande gelegenheid is opge- merkt om zijn belangen te verdedigen op het moment dat het nieuwe uitbreidingsplan zal worden vastgesteld, want dan is zijn kans om de grond aan deze gegadigde te verkopen natuurlijk voorbij. Voorts zou spreker nog eens willen onderstrepen hetgeen reeds eerder ten aanzien van deze kwestie is opgemerkt, nl. dat er bij de adressant in- derdaad bepaalde verwachtingen zijn gewekt. Verder zou spreker nog wil- len opmerken, dat naar zijn bescheiden inzicht de juridische positie van de adressanten niet zo heel erg sterk is in verband met het feit, dat er een uitbreidingsplan in voorbereiding is en hangende deze voorbereiding niets gedaan kan worden. Er kan natuurlijk strijd bestaan over de kwestie of op die plaats vroeger al een bedrijfsgebouwtje was gevestigd. Adres- santen zijn daaromtrent heel uitvoerig. Zij maken onderscheid tussen een stratenplan en een uitbreidingsplan, een onderscheid dat wij niet kennen. Men voelt aan, dat de heer Peeperkorn in het verloop van de zaak eniger- mate is teleurgesteld. Spreker zou van de zijde van het college nog graag willen horen, dat er van een bepaalde onwelwillendheid van de kant van het gemeentebestuur geen sprake is. Spreker heeft de heer Peeperkorn reeds verzekerd, dat dit inderdaad niet het geval is, maar spreker zou dat graag van de zijde van het college nog even bevestigd willen horen, als- mede dat burgemeester en wethouders om formele redenen gebonden wa- ren deze weg te volgen. Wethouder Mr. Van Wijk antwoordt, dat er nooit sprake is geweest van enige onwelwillendheid ten opzichte van de heer Peeperkorn. Burgemeester en wethouders hebben de zaak bekeken zoals zij bekeken moest worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 5