70
4e Afd.
27 juni 1963
GELDLENING VERBETERING INTERIEUR MINERVA-THEATER.
De Raad der gemeente Heemstede;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 juni 1963;
gelet op de artikelen 170 en 228 der gemeentewet;
BESLUIT:
aan de heer P. A. M. Hoogeveen te Bloemendaal, eigenaar-exploitant van
het Minerva-theater gelegen aan de Binnenweg no's 2830 te Heemstede,
onder verband van derde hypotheek een geldlening te verstrekken tot een
maximum van een en zeventig duizend gulden 71.000,tegen een
rente van 4 ten behoeve van de verbetering van het interieur van het
theater, zulks onder de navolgende voorwaarden:
Artikel 1.
De uitbetaling van de lening zal geschieden in termijnen naar gelang
de werkzaamheden van de interieurverbetering vorderen, in sommen en
op tijdstippen door burgemeester en wethouders te bepalen.
Tot uitbetaling van de lening wordt eerst overgegaan nadat tot zekerheid
voor de voldoening van hetgeen de geldnemer aan de gemeente uit hoofde
van de hem geleende sommen verschuldigd wordt met renten, boeten en
kosten, overeenkomstig de artikelen 7 en 8 aan de gemeente het recht van
derde hypotheek is verleend.
Artikel 2.
De rente over de geldlening wordt van dag tot dag berekend en gaat in
naar gelang en op de data waarop de uitbetaling in termijnen plaats vindt.
Bij uitbetaling van het laatste gedeelte van de geldlening vindt ver-
rekening plaats van de tot op die dag verschenen rente van de vroeger
uitbetaalde gedeelten van de geldlening.
Artikel 3.
De betaling van rente en aflossing over de op de dag van de laatste
uitbetaling in totaal verstrekte geldlening geschiedt in jaarlijkse annuï-
teiten over een looptijd van 10 jaren, telkens op dezelfde datum als die
van de laatste uitbetaling.
Artikel 4.
Alle betalingen door de geldnemer zullen zonder enige kosten, korting,
inhouding of schuldvergelijking moeten geschieden ten kantore van de
gemeente-ontvanger of door storting op diens postrekening.
Artikel 5.
De hoofdsom of het restant daarvan zal steeds terstond en zonder enige
voorafgaande waarschuwing opeisbaar zijn:
a. bij gebreke van prompte voldoening van de rente en/of aflossing op de
verschijndag, welk ingebreke zijn door enkel tijdsverloop zal zijn ge-
eonstateerd;
b. bij faillissement of onder curatelestelling van de geldnemer, wanneer
hij surséance van betaling aanvraagt of wanneer het theater wordt in
beslag genomen;
c. bij vervreemding en bezwaring van het theater en bij elke andere
handeling van geldnemer, waardoor zijn rechten als eigenaar en/of