81 4e Afd. 25 juli 1963. 15 maanden niet goedkeuren zonder daarvoor een duidelijke argumentatie te geven. Tegenover de opvatting van het provinciaal bestuur mogen wij het na- volgende naar voren brengen: 1. In het streekplan Zuid-Kennemerland is de bebouwing van Glip II op dezelfde wijze aangegeven als de bebouwing van de tijdens de vaststel- ling van het streekplan reeds bestaande wijk Glip I. De opzet van het onderhavige plan Glip II stemt geheel overeen met de stedebouwkundi- ge opzet van plan Glip I; ook de woningtypen in beide piannen komen overeen, met dien verstande dat het nieuwe plan opener is dan het eersteimmers langs de weg tegenover de buitenplaatsen „Eikenrode" en „Gliphoeve" en in het zuidelijke deel van het plan zijn uitsluitend rui- me woningen in kleine blokken alsmede enkele bungalows geprojec- teerd. Het plan Glip II kan daarom worden gezien als een royale uit- werking van de in het streekplan neergelegde mogelijkheden. 2. De opvattingen van Gedeputeerde Staten over de stedebouwkundige wenselijkheden zijn wel uiterst vaag omschreven; zij stellen niet: er moet een open bebouwing worden geprojecteerd, maar: in de bebou- wing ware een zekere openheid na te strevén. Men kan zich met reden afvragen hoe genoemd college zich die openheid voorstelt en of het meent dat het nastreven van die zekere openheid zoveel wijziging in het totaal-beeld van de wijk brengt, dat de in het plan opgenomen be- bouwing geen goedkeuring verdraagt. De ervaring leert, dat naast bijna elk hoekhuis een garage wordt ge- bouwd en dat elke bewoner door het aanbrengen van een beplanting aan de achterzijde van de tuin eik doorzicht belemmert. Deze situatie zal zich ook voordoen bij de aan de Glipperweg geprojecteerde wonin- gen. Van doorzicht naar en uitzicht op de ten westen van de Glipperweg gelegen buitenplaatsen (overigens door een hoge afrastering en bos- schages aan het oog onttrokken) is voor de toekomstige bewoners van het niet-goedgekeurde plandeel dus geen sprake. Doorzicht naar en uit- zicht op de Haarlemmermeer wordt om dezelfde reden ook niet ver- kregen. Zien Gedeputeerde Staten een zekere openheid dan als doel in zichzelf Waarom dan hier wel en in het overige deel van het plan niet De erva- ringen in het plan Glip I hebben duidelijk gemaakt, dat een combinatie van woningwetwoningen met andere typen woningen stedebouwkundig verantwoord kan zijn, al is een dergelijke combinatie lang niet in alle delen van de gemeente gewenst. Het plan is dus de praktijk heeft het uitgewezen zeker doelmatig, zodat niet-goedkeuring o.i. de gren- zen van de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten te buiten gaat. 3. Met betrekking tot de doelmatigheid van het plan wijzen wij ook nog op het volgende, uiterst belangrijke aspect van de beoogde ontwikke- lingsgang van de gemeente als geheel. Het gemeentebestuur moet bij het stedebouwkundig beleid het oog richten op het karakter van Heemstede als forensenoord in Kennemer- land met de daaruit voortvloeiende verplichtingen ên op de plicht de belangen van de gemeentenaren ook van die gemeentenaren die voor hun woningbehoeften op woningwetwoningen zijn aangewezen voor te staan en te bevorderen. Dit brengt mee, dat in grote lijnen is vastgesteld welk karakter aan de nog te bouwen woonwijken zal wor- den g-egeven. Eén van de uitgangspunten is daarbij dat in villawijken in principe geen woningwetblokken moeten worden gebouwd en dat woningwetwijken kunnen worden verlevendigd en een grootsere allure kunnen verkrijgen door een zekere combinatie met premie- en vrije sec-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 20