25 juli 1963
129
dan de machines laten onderhouden, maar spreker gelooft dat daartegen-
over de uniformiteit in het onderwijs een bijzonder gunstige factor is.
Spreker zou met klem willen verzoeken het voorstel van burgemeester en
wethouders te aanvaarden. Hij heeft het gevoel, dat bij het volgen van de
weg door de heer Kooijmans aangewezen, het onderwijs niet goed zal zijn.
De heer Scheer vreest dat deze 3-jarige cursus misschien zö aantrek-
kelijk is, dat er mogelijk ruimtegebrek in de Bronsteeschool zal komen.
Spreker zou zeggen dat dat dan alleen maar vöör dit soort onderwijs pleit.
Hoe meer opgeleide mensen in het bedrijfsleven kunnen worden opgenomen
hoe beter het is. Een gemeente als Heemstede kan toch echt niet voor het
geven van dit onderwijs terugschrikken omdat het geld en ruimte kost.
Hoe meer onderwijs hoe beter!
Ir. Kooijmans zegt, dat de inspecteur van het lager onderwijs heeft op-
gemerkt, dat het aantal aan te schaffen schrijfmachines te groot is en
daar gaat het spreker om.
De Voorzitter antwoordt, dat meer dan 20 machines moeten worden ge-
kocht omdat er al 20 leerlingen zijn. Spreker wil de inspecteur nog wel
eens opbellen om te vragen hoe hij dat precies bedoeld heeft, maar spreker
ziet geen andere mogelijkheid.
Ir. Enschedé vraagt of burgemeester en wethouders ook hebben over-
wogen of het mogelijk zou zijn het systeem dat de heer Kooijmans aan-
beveeit, één jaar te proberen. Als het dan inderdaad zo slecht is ais bur-
gemeester en wethouders denken, kan die investering altijd nog gedaan
worden. Als men na 2 of 3 jaar tot de conclusie komt dat de machines toch
maar weinig worden gebruikt en toch bijzonder veel te lijden hebben
zodat ze de laatste jaren ook slecht zijn en misschien nog slechter dan die
van een instituut, dan zit men met de strop. Spreker kan zich indenken,
dat men eerst een betrouwbare onderneming de gelegenheid geeft om goed
schrijfmachine-onderricht te geven. Blijkt dat het niet gaat zoals het moet
gaan, dan kan de gemeente het altijd zelf ter hand nemen.
De Voorzitter: ,,Vindt U het een aanbeveling voor het onderwijs om het
eerst slecht te proberen en het daama goed te doen?"
Ir. Enschedé: „We moeten eerst overtuigd zijn dat het slecht zal gaan.
U neemt maar aan."
De Voorzitter antwoordt, dat hij niet „maar aanneemt". Burgemeester
en wethouders hebben wel degelijk naar het werk van deze instituten
geïnformeerd. Een feit is dat hun onderwijs niet voldeed. Spreker vindt
het niet prettig om dat risico bij een nieuwe opzet te lopen.
Dit soort 3-jarige cursussen hebben elders in het land bijzonder goed
opgenomen en voorzien werkelijk in een behoefte. Spreker meent dat het
risico, dat de cursus zou moeten worden opgedoekt, bepaald heel gering is.
Als de machines onverhoopt na één jaar gebruik weer zouden moeten
worden verkocht, dan is er nog geen sprake van een strop, want dan kan
men de machines zo weer voor alle mogelijke andere doeleinden kwijt.
De heer Verhoeven wijst er op, dat, wanneer men een machine koopt en
tegelijkertijd een onderhoudscontract met de leverancier afsluit, men er
van verzekerd kan zijn, dat de machine in goede staat blijft. Spreker kan
overigens mededelen dat zelfs op gerenommeerde instituten waarvan hij
de naam niet wil noemen met slecht materiaal wordt gewerkt tegen
een hoge prijs. Spreker heeft op dit gebied een ervaring en met honderden
machines.
De Voorzitter gelooft inderdaad het nogmaals zo te moeten stellen, dat
men veel verstandiger doet het onderwijs in eigen beheer te nemen dan zich
een hoop ellende op de hals te halen door een instituut daarmede te
belasten.