132
25 juli 1963
ben hun argumenten daartegenover gesteld. Spreker heeft die met alle
waardering g-elezen. Hij voelt zich op deze plaats helemaal niet geroepen
om aan de zijde van gedeputeerde staten te gaan staan. Spreker ziet
slechts een nuance verschil in de motivering tussen hetgeen gedeputeerde
staten ten aanzien van dit plan voor ogen staat en wat spreker altijd voor
°gen heeft gestaan. Men zal kunnen begrijpen dat het voor spreker niet
anders dan logisch is, wanneer hij tegen het voorstel van burgemeester en
wethouders is. Het oorspronkelijke plan had in genen dele zijn instemming.
Het college wil nu in beroep gaan tegen het standpunt van gedeputeerde
staten, om zodoende het oorspronkelijke plan Glip II gerealiseerd te krijgen.
Met dat plan was spreker het niet eens, zodat hij nu ook tegen zal stemmen.
De Voorzitter antwoordt, dat nog maar kort geleden is gebleken dat de
goedkeuring van het plan Glip II slechts gedeeltelijk is verleend. Er is
dan ook over deze zaak in het voltallige college nog niet gesproken kunnen
worden. Dit voorstel moest echter in deze vergadering aan de orde worden
gesteld om de mogelijkheid van beroep open te houden. Wanneer er nu
gesproken wordt over de merites van dit plan en over wat er voorheen
mee gebeurd is en op alle mogelijke details wordt ingegaan, dan moet
spreker zeggen dat dit op het ogenblik niet aan de orde is. Aan de orde
is alleen de vraag of de raad, om de mogelijkheid van een goede oplossing
van het plan Glip II te verzekeren, of althans open te houden, bij de Kroon
in beroep wil gaan. Spreker moet zeggen dat dit haast niet anders kan.
Of het zover zal komen dat werkelijk in beroep zal worden gegaan, is
natuurlijk nog een vraag. Zodra de betrokken wethouder weer in ons mid-
den is teruggekeerd zal er ogenblikkelijk met gedeputeerde staten contact
moeten worden opgenomen om te zien of niet tot een gemeenschappelijk
standpunt en tot een goede oplossing van de moeilijkheden kan worden
gekomen. Het verdriet burgemeester en wethouders wel enigszins, dat de
niet-goedkeuring van een gedeelte van het plan Glip II in één zin'netje is
neergelegd, zonder verdere behoorlijke motivering. Over het plan heeft
geen contact bestaan tussen de provinciale griffie en het gemeentebestuur.
Blijkbaar heeft men niet de moeite willen nemen om daarover behoorlijk
overleg te plegen hoewel z.i. daartoe toch in 15 maanden wel gelegenheid
had kunnen zijn. Spreker vindt dat allemaal nogal betreurenswaardig. Hij
gelooft dan ook, dat het zeker mogelijk moet zijn, om, wanneer burge-
meester en wethouders dit vragen, hierover met het provinciaal bestuur
tot een behoorlijk contact te komen. Wellicht bestaat dan nog de mogelijk-
heid tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen. Natuur-
lijk zullen burgemeester en wethouders intussen met de uitvoering van
dit plan voortgaan.
In antwoord op de vraag van de heer Frets of de adviseur van de ge-
meente wel de geschikte man is, omdat nu weer blijkt dat een gedeelte van
zijn plan niet is goedgekeurd, zegt spreker, dat de adviseur wel degelijk
zeer uitvoerig contact met de provinciale autoriteiten over dit plan heeft
gehad. Hij heeft de bezwaren die direct al bij het ontwerpen van het plan
van die zijde naar voren kwamen, aan burgemeester en wethouders ken-
baar gemaakt, maar burgemeester en wethouders hebben toen gemeend het
ontworpen plan toch ter vaststelling te moeten aanbieden. Dat alles is
destijds heel uitvoerig in het college van burgemeester en wethouders be-
sproken. Er zat dus de potentiële mogelijkheid in, dat van de zijde van
gedeputeerde staten bezwaar tegen dit plan zou worden gemaakt. Het
gemeentebestuur hoeft echter niet zonder meer te doen wat gedeputeerde
staten voorschrijven. Het mag een eigen mening hebben en dus stellen, dat
het ter goedkeuring ingezonden plan het juiste is. Het is dus wel zo, dat
burgemeester en wethouders wisten dat er verschil van inzicht bestond,
maar dat was naar hun mening niet zodanig dat een dergelijke ingreep op
dit plan kon worden verwacht.
Door de heer Frets is aangedrongen op het maken van een structuurplan