25 juli 1963 119 De Voorzitter wil even interrumperen en zeggen dat hij zich kan voor- stellen dat hierop wordt geattenteerd omdat de verordening spreekt van weigering der vergunning indien gevaar kan ontstaan voor de vrijheid of veiligheid van het verkeer. Hieromtrent is al een uitvoerig rapport door de hoofdinspecteur van politie uitgebracht, waarin de verkeerstechnische bezwaren echter niet zo zwaar worden geteld. Mr. Rutgers kan zich dan met de zienswijze van burgemeester en wet- houders wel verenigen. De heer Scheer zegt, dat de benzinemaatschappijen zelf moeten weten waar zij menen dat er benzinepompen kunnen komen. Dat gaat de raad niet aan. Spreker heeft zowel uit verkeerstechnisch als uit aesthetisch oog- punt bezwaar, dat op dit punt een benzinestation zal komen. De Voorzitter gelooft niet dat men moet zeggen, dat de benzinemaat- schappijen zelf maar moeten weten waar zij benzinestations zullen stich- ten. Spreker meent, dat de gemeente in deze wel degelijk een toezichthou- dende taak heeft. Alles resumerende blijkt, dat er in dit geval bijna geen of geen steekhoudende argumenten zijn om de aanvrage af te wijzen. Burgemeester en wethouders zullen de aanvrage dus na een eventuele ver- gunning op grond van de hinderwet, nog eens aan de hand van de ver- ordening benzinepompen bekijken en daarna eventueel een wijziging van het uitbreidingsplan aan de orde stellen. De raad krijgt dan nog gelegen- heid hier verder op in te gaan. Ir. Frets wijst er op, dat men altijd spreekt over gebrek aan bouw- grond in de gemeente, terwijl men nu een mooi stuk bouwgrond gaat ge- bruiken voor een benzinestation. De Voorzitter gelooft niet dat die overweging een rol mag spelen. d. Adres van bewoners van de Blekersvaartweg en ondernemingen aan deze weg gelegen d.d. 15 juni 1963, houdende bezwaren tegen de plan- nen inzake demping van de Blekersvaart. Ir. Kooijmans vraagt of burgemeester en wethouders al een bepaalde ge- dachte hebben over hetgeen met de Blekersvaart zal gebeuren. Doordat er al meermalen over demping van de vaart is gesproken bestaat bij de om- wonenden onzekerheid daaromtrent. De Voorzitter wil niet zeggen dat er bij burgemeester en wethouders geen bepaalde gedachten ten aanzien van de Blekersvaart bestaan. Ten- einde die gedachten te kunnen concretiseren, hebben zij gevraagd hoe Rijnland over demping denkt. Het antwoord van Rijnland is nog niet inge- komen. e. Brief van burgemeester en wethouders van Haarlem d.d. 21 juni 1963, no. 8162, houdende mededeling, dat zij, daartoe gemachtigd door de raad, de gasleveringsovereenkomst met Heemstede per 1 juli 1965 op- zeggen. De stukken genoemd onder a t/m e worden vervolgens, zonder hoofde- lijke stemming, voor kennisgeving aangenomen. f. Verzoek van H. J. Tieman d.d. 10 juli 1963 om hem ontslag te verlenen als onderwijzer aan de Crayenesterschool. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt, zonder hoofdelijke stemming, besloten, het gevraagde ontslag eervol te ver- lenen met ingang van een door hen te bepalen datum.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 5