n
-.ms
HJUJL n
26 september 1963.
172
voldoende de schaal van het voorplein aangeven en kunnen voorts har-
monisch in het park worden opgenomen. Spreker heeft zich aan de han
van oude platen trachten in te denken hoe het zou worden als hetzi] het
één hetzii het ander, hetzij allebei zou worden afgebroken Spreker îs
toen tot de conclusie gekomen, dat dan de schaal van het geheel erns g
zou worden geschaad Het is daarom toch wel belangrijk deze gebouwen
respectieveliik te laten staan en te herstellen. Op deze wijze wordt deaan
trekkeliikheid van Heemstede als woongemeente, ook m dit deelvande ge-
meente zeer vergroot. De brug wordt in het boek „De geschiedems van
de Nederlandse bouwkunst in de renaissancetijd" vermeld m een aantal
regels tekst en met de nodige aanwfjzingen in de voetnoot, waarbij opge-
nomen een tweetal foto's in het platengedeelte. Het wordt daarm een
merkwaardig bouwwerk genoemd. Deze brug wordt toegeschreven aan
de bekende Haarlemse bouwmeester Lieven de Keij. Spreker wil met op
aUe bflzondefheden ingaan. Waarschijnlijk hebben alle leden de daarover
verstrekte lectuur gelezen, zodat ook de tegenstanders van restauratie d
waarde van dit bouwwerk niet in twijfel behoeven te trekken Allen zijn
het er over eens, dat deze brug een historisch en een architectomsch mo-
nument is, dat bepaald waarde heeft. h heeft ge-
Soreker wil nog even ingaan op hetgeen de heer Verhoeven heett ge
zeed Deze heeft er op gewezen, dat er in Heemstede slechts weinig oude
gebouwen zijn Daar Fs ^preker het volkomen mee eens. De heer Verhoe-
ven heeft ook gezegd, dat hij niet iemand is die oude dmgen wil opruimen.
Gezien zijn standpunt in deze, bewijst hij het tegendeel, want de slotsonl
van ziin betoog is, dat hij er vöör is dat de overblijfselen worden opge-
ruimd Hij stelt zich dus toch in de rij van hen, die ook m de vorige eeuw
oude bouwwerken in de steden en dorpen verloren hebben laten gaan, het-
geen nog door velen wordt betreurd. Spreker denkt b.v. aan de oude
stadspoorten van Haarlem. Tijdens de jaarvergadering van de verenigmg
Haerlem" heeft mej. Dr. Kurtz onlangs een lezing met lichtbeelden ge-
houdeen! waS blelk hoeveei mooie en interessante oude bouwwerken
verloren zijn gegaan. Als men dat gezien heeft, vmdt men het echt wel
wat waard dat wat er nog is, behouden blijfL
Uiteraard is restauratie een dure zaak. De raad moet zich echter reali
seren dat het behoud van monumenten kosten met zich brengt. Men mo
zich ôok realiseren dat, wanneer restauratie eenmaal heeft plaats gehad,
het gerestaureerde onderhoud vereist en dat het niet juist is dan weer
voort te gaan op de weg die tot nu toe is bewandeld n.l. „laat maar staan,
dan zien^we wel wat er mee gebeurt". Spreker moet zeggen, dat er veel
eerder wat aan had moeten gëbeuren. Hij vraagt zich af wie de verant
woording op zich durft te nemen om dit bijzondere monument de brug e
de fundamenten van het slot, verloren te laten gaan, terwijl herstel en
het behoud daarvan thans tot de mogelijkheden behoort.
Mevr. Cohen zegt, dat de Schout van Haarlem in het najaar van 1393
de opdracht kreeg het slot van Jan van Heemstede zo ,&rondlS af te b e
ken „dat er stock noch stake staan blive In hetnajaarvan 1963 dus
wn iaar later staat de raad van Heemstede voor de vraag of de laatste
resten van dit' slot definitief „dat er stock noch stake staan blive opge-
ruimd moeten worden of dat een fors bedrag beschikbaar zal worden ge-
steld voor het deskundig restaureren van de waardevolle onderdelen die
er nog zjIn Voor haar fractie is deze vraag niet zo verschrikkehjk moei-
liik te beantwoorden en haar fractie is eenstemmig in haar standpun
HL^fractie 20^ evenmin als de heer Enschedé, ooit voor haar verant-
woording willen nemen dat hier wordt gesloopt. De motieven die haar frac-
tie daarvoor heeft, zijn natuurlijk van culturele aard. Spreekster ge
dathetgeen zin keeft daar lang bij stil te staan. Over ewaardeva
cultuur zou men lang kunnen discussiëren, maar spreekster gelooft da
deze discussie Tn de ziel van ieder raadslid apart al lang heeft plaats