173
26 september 1963.
gehad en dat ieder hierover zijn standpunt al heeft bepaald, zodat discus-
sie daarover in deze openbare raad achterwege kan blijven.
In de tweede plaats wil spreekster er op wijzen, dat de raad in 1947
heeft besloten tot de aankoop van de ruïne van het Oude Slot. Dit is dus
gebeurd vlak na de oorlog, toen het zelfs nog twijfelachtig was of de
Marshallhulp wel voldoende zou zijn om Europa er enigszins bovenop te
helpen. In een tijd dus, dat men geen idee heeft gehad van de welvaart
waarin men zich thans bevindt. Het lijkt haar dan ook bijzonder onbe-
grijpelijk dat, waar in een dergelijke tijd tot de aankoop van de ruïne be-
sloten werd met de bedoeling deze te restaureren, in 1963 dezelfde raad
van Heemstede zou terugschrikken nu het er om gaat deze restauratie op
deskundige wijze tot stand te brengen voor een bedrag, dat, althans voor
haar fractie, aanvaardbaar is, in het oog houdende wat er al voor deze
restauratie is uitgegeven.
In de derde plaats meent haar fractie, zoals ook de heer Rutgers heeft
gezegd, dat het wel van heel groot belang is te weten welke functie het
gehele complex van het Oude Slot na de restauratie in het Heemsteedse
leven zal krijgen. De heer Rutgers heeft gesproken over een sociale func-
tie daarvan. Hij heeft het betreurd, dat burgemeester en wethouders in
deze geen enkel perspectief hebben geopend. Dat betreurt spreekster stel-
lig met hem. Het was haar liever geweest als burgemeester en wethouders
hadden gezegd, dat zij weliswaar geen enkele toezegging konden doen,
maar dat zij toch de mogelijkheden hadden onderzocht van een naar hun
idee goed gebruik. Ook haar fractie is van mening, dat het rechterbouw-
huis, hoewel het minst waardevolle deel van wat gerestaureerd zal wor-
den, toch zeer bepaald wel gerestaureerd zal moeten worden. Niet alleen,
zoals de heer Enschedé zei, omdat daardoor de schaal van hetgeen er
staat duidelijker wordt, maar ook omdat het een levend onderdeel zal kun-
nen worden van het geheel, dat de mensen kan trekken naar datgene
waar het in wezen om gaat, n.l. de Vredesbrug, die uniek is. Nu burge-
meester en wethouders dienaangaande geen enkel perspectief hebben ge-
boden, heeft haar fractie naar mogelijkheden gezocht om van het rechter-
bouwhuis iets te maken dat aantrekkelijk zou kunnen zijn. Spreekster wil
daarvan graag een kleine bloemlezing aanbieden. In de eerste piaats meent
zij, dat de bestemming zal moeten aansluiten aan de historische grond
waarop het rechterbouwhuis ligt. Daarvoor denkt zij aan een gemeentelijke
oudheidkamer waar niet alleen de vondsten die bij het opgraven van de
fundamenten gedaan zijn een waardige plaats zouden kunnen krijgen,
maar ook b.v. prenten en documenten een overzicht zouden kunnen geven
van het Oude Slot zoals het in verschillende phasen is geweest; van de
stamboom van de heren van Heemstede; van de figuur van Adriaan Pauw;
de betekenis van de Vrede van Munster en eventueel de bouwmeester
Lieven de Key. Dat is natuurlijk voor uitbreiding vatbaar. Daarnaast
meent zij, dat ook in ander opzicht een ruimte van het rechterbouwhuis
nuttig gemaakt zou kunnen worden o.a. voor het houden van kleine ten-
toonstellingen van moderne kunst, het geven van kamermuziekavonden
of het houden van kleine bijeenkomsten. Tenslotte is haar fractie van oor-
deel, dat een restaurant daar onontbeerlijk zal zijn. De mensen van deze
tijd geven duidelijk blijk, dat zij van het lawaai en de verkeersmoeilijk-
heden en van alles wat de moderne techniek biedt, zo verschrikkelijk ner-
veus worden, dat zij snakken naar een omgeving van kaarslicht, van oud
tin, oud koper en oud hout. Spreekster verwijst daarvoor als een enkel
voorbeeld naar de Antiekbeurs te Delft, die jaar na jaar meer mensen
trekt. Zij neemt aan, dat in een goed in stijl gehouden omgeving de men-
sen graag zullen komen en dat het niet eens zo'n kwaad punt is. Het ligt
inderdaad enigszins excentrisch. Het Cruquiusmuseum echter, dat toch ook
excentrisch ligt, trekt veel toeristen aan wie zonder moeite ook de rich-
ting van het Oude Slot gewezen kan worden, waar een historisch monu-