26 september 1963. 180
voor de restauratie, blijkt, dat hij echt wel gevoel voor historie en mooie
oude dingen heeft, maar nogmaals, hij acht het niet verantwoord de grote
bedragen die nu weer voor verdere restauratie worden gevraagd, te vo-
teren Spreker verwacht dat, als er eenmaal gerestaureerd is het bezoek
aan het Oude Slot niet groot zal zijn, integendeel, dat er slechts af en toe
iemand naar toe zal waaien. Om al deze redenen îs spreker tegen he
voorstel van burgemeester en wethouders zoals het op dit ogenblik p
tafel ligt.
Ir. Frets zegt, dat het voor hem erg moeilijk is over deze zaak te spre-
ken omdat hij niet de steun van een droom heeft. Spreker zou willen stel-
len dat de Hollanders toch in veel opzichten hun tegenwoordige welvaart
te danken hebben aan zeer vroege voorouders. Spreker ziet deze kwestie
dan ook als een piëteitszaak. Hij is er dus direct al voorstander van ora
dergelijke restanten, uit een zo bewogen tijd, în stand te p^1®
komt bij, dat het hier niet alleen over de persoon van Adriaan Pauw
gaat maar dat hier ook bouwkundige waarden aanwezig zijn. Spreker
zou deze restauratie willen vergelijken met het voornemen om lets dat op
een stoffige zolder heeft gestaan, te restaureren. Maar als dat ding ge-
restaureerd is, mag het niet opnieuw op de zolder worden gezet,
het weer gaat degenereren. Spreker wil hiermede zeggen, dat als men
na de restauratie van het Oude Slot daarvoor geen bestemmmg heeft het
in zijn oog geld wegsmijten is. Als een dergelijk object gerestaureerd is,
hoort het in een etalage tentoongesteld te worden. Het vmden van een
dergelijke etalage zal moeilijk zijn. Het object îs îmmobiel. Men zal
een zodanige etllage moeten maken, dat het object met de omgeving een
eenheid vormt, waarna het mogelijk moet zijn zoveel mogelijk geinteres-
seerden van het gerestaureerde te doen kennisnemen. De bouw van die eta-
lage zal ongetwijfeld geld kosten. Spreker is het met de heer Enschede
eens dat hier misschien een park moet komen. Mevr. Cohen heeft ook
reeds mogelijkheden genoemd en naar sprekers mening zijn er nog veei
meer. Hij heeft op een kaart van de omgeving van het oude slot gezien,
dat het terrein in directe verbinding staat met de Ringvaart. sPreh«r
neemt aan, dat hier één waterpeil aanwezig îs. Dit zou misschien de mo-
gelijkheid scheppen om de slotgracht m orde te maken en direct te doen
aansluiten op de Ringvaart. Zo zou misschien de watersport e.d. kunnen
worden bevorderd. Spreker ziet vooralsnog geen toeloop van de toevallige
voorbijganger die, langs het gerestaureerde Oude Slot komende, zich zou
realiseren dat het slot daar ligt en de daad opbrengt het te gaanz^n
Spreker vindt het voorstel om te restaureren op zichzelf prematuur. H j
meent dat zo'n voorstel moet samengaan met een voorstel om een etalage
voor het gerestaureerde te bouwen. Zijn conclusie îs dus, dat men met
aiieen de restauratie op zichzelf moet bekijken, maar ook een plan voor d
gehele omgeving moet maken met een begroting van de kosten van res-
tauratie dIus aanleg omgeving. Aan de hand daarvan zou de raad tot
een gefundeerde conclusie kunnen komen of restauratie het geld waard is.
Wethouder Corver meent, dat het in dit geval passend is dat blijkt, dat
in het college over deze zaak geen algehele eenstemmigheid heerste.
voorstel van burgemeester en wethouders is dus met een voorstel van he
gphele college maar van een meerderheid daarvan.
Spreker zou er, met enkele leden van de raad, op willen wijzen dat men
hier eigenlijk niet moet spreken van het Oude Slot, zoals het altijd wordt
genoemd, want het oude slot is er eenvoudig niet meer en memand van
ons heeft het ooit gezien. Er wordt gesproken en dan komt spreker
dicht bij hetgeen de heer Van der Hulst heeft gezegd over cen bijge-
bouw van het oude slot, hetgeen op zichzelf bijzonder weimg oudheidkun-
dige waarde heeft. Het gaat eigenlijk alleen om de vredesbrug en over het
half ingestorte duivenpoortje. Spreker zou willen stellen, dat hij în prin-