161 26 september 1963. rechtszekerheid voor de burger evenmin een spel is als zaken van volks- gezondheid of sociale zaken die mevr. van der Meulen ter harte gaan. Wethouder mevr. van der Meulen: „Ik heb dat gezegd omdat de rechts" geleerden het niet eens waren en dan is het moeilijk voor een niet-rechts- geleerde te weten wie gelijk heeft." Mr. Rutgers zegt, dat het feit dat rechtsgeleerden het niet met elkaar eens zijn, iets is waar men zich gauw vrolijk over maakt. Men zou zich eehter ook vrolijk kunnen maken over het feit, dat de medici het niet eens zijn over de noodzaak om schoolmelk te verstrekken. Iedereen meent met zijn argumentatie van een juist standpunt uit te gaan. De rechtsbe- scherming is een van de belangrijkste rechten van de burgers. Spreker is dus gebleken, dat de makelaars al eerder op de genoemde misstand hebben gewezen. Destijds is aan de makelaars in een eenvoudig briefje bericht, dat hun schrijven voor kennisgeving was aangenomen. Het tegengevoerde, dat er nooit was gebleken van een onjuiste rechts- bedeling van de burgerij, is dus bepaald onjuist. Op dit standpunt staande, is spreker blij, dat er tnans een lid van de vorderingscommissie zal worden benoemd, dat geen lid van de adviescommissie zal worden. Spreker zal graag vernemen of het college in de toekomst wil bekijken of verdere splitsing van de vorderingscommissie mogelijk is. Mevr. Cohen wil graag haar vreugde uitspreken, over het feit, dat bur- gemeester en wethouders, hoewel zij als enige niet-jurist aan de discussie deelnam, haar suggestie om, langs een meer geleidelijke weg dan de heer Rutgers wilde, tot een splitsing van de vorderings- en adviescommissie te komen, hebben overgenomen. Het was echter niet haar bedoeling dat slechts één persoon zou worden vervangen. Zij meent het zo gesteld te hebben, dat er een vorderingscommissie zou komen waarin ook enige le- den van de adviescommissie zitting zouden hebben. Spreekster is het dus eens met de heer Rutgers, dat dit als een eerste stap moet worden gezien. Mr. Rutgers vraagt of het in de bedoeling van het college ligt de heei Verspoor te benoemen in de adviescommissie. De voorzitter deelt mede, dat het college van plan is, in de loop van de komende maanden een reorganisatie van de adviescommissie door te voeren. De heer Verspoor zal als lid van die commissie worden herbe- noemd. Spreker is de heer Rutgers dankbaar, dat deze niet alle argumenten die hij jaar in jaar uit heeft gehanteerd, naar voren heeft gebracht. De heer Rutgers begon zo bloeddorstig met „strotten door te bijten", dat spreker een beetje bang werd. De heer Rutgers heeft, ter staving van zijn mening, naar voren ge- bracht, dat in 1954 reeds over deze zaak door de makelaars aan de raad is geadresseerd, welk adres toen voor kennisgeving is aangenomen. De inhoud van die brief is bij spreker langzamerhand vervaagd, maar naar spreker zich meent te herinneren was het argument toen, dat de vorde- ringscommissie een verlengstuk was van het college van burgemeester en wethouders. Dat was natuurlijk een hele foute conclusie. Maar dat doet er eigenlijk heel weinig toe. De heer Rutgers had kunnen weten, dat die brief indertijd is verzonden. Burgemeester en wethouders hebben nochtans gemeend, dit jaar met het voorstel te moeten komen om een voorzitter van de vorderingscom- missie te benoemen die niet tevens lid is van de adviescommissie. Dit is een zeer belangrijke stap. Wanneer er dus een vordering moet plaats vin- den, kan men zijn belangen bepleiten in een vorderingscommissie die ge- presideerd wordt door een andere voorzitter dan die van de adviescommis-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 6