206
31 oktober 1963
II. INGEKOMEN STUKKEN.
a. goedkeuring' door gedeputeerde staten bij besluit van 1 oktober 1963,
no. 185, van het raadsbesluit d.d. 28 juni 1962, no. 80 „Vaststelling uit-
breidingsplan-in-onderdelen regelende de bestemming van het terrein
van de buitenplaats „De Hartekamp".
b. idem bij besluit van 16 augustus 1963, no. 12, van het raadsbesluit d.d.
25 juli 1963, no. 74 „Verpachting bloembollengrond".
c. idem bij besluit van 4 oktober 1963, no. 147, van het raadsbesluit d.d.
29 augustus 1963, no. 83, ,,Wijziging overeenkomst met de N.V. Gas-
voorziening Noordwest Nederland".
d. idem bij besluit van 4 oktober 1963, no. 166, van het raadsbesluit d.d.
29 augustus 1963, no. 87 „Verkoop grond Merwedeplantsoen" en no. 86
,,Verkoop grond Dinkellaan".
e. idem bij besluit van 15 oktober 1963, no. 373, van het raadsbesluit d.d.
26 september 1963, no. 97 „Aankoop industrieterrein Industrieweg" voor
zoveel betreft punt a.
f. idem bij besluit van 18 oktober 1963, no. 79, van het besluit model D
no. 8 tot wijziging van de gemeentebegroting 1963.
g. verslag van kasopneming en controle administratie in het 3e kwartaal
1963: fonds armengoed'eren; grondbedrijfgemeente-ontvanger; gas-,
duinwater- en elektriciteitsbedrijven; fonds studiehulp; schoolartsen-
dienst.
h. verzoek van het bestuur van de Bond Heemschut d.d. 2 oktober 1963,
om niet tot het dempen van de Blekersvaart te besluiten.
i. schrijven van burgemeester en wethouders van Purmerend d.d. 14 ok-
tober 1963, houdende toezending van een motie van de raad dier ge-
meente betreffende de opheffing van de rijksbijdrage in de kosten van
schoolmelk, met verzoek een soortgelijk beroep op de regering te doen.
Burgemeester en wethouders menen, dat geen termen aanwezig zijn in
deze een beroep op de regering te doen.
Mevr. Vriesendorp is het met burgemeester en wethouders eens, dat geen
termen aanwezig zijn om een soortgelijk beroep als door de raad van Pur-
merend is gedaan, op de regering te doen. Spreekster meent, dat de minis-
ter de subsidie voor de schoolmelk niet heeft laten vallen omdat de school-
melk niet heel belangrijk zou zijn voor de volksgezondheid, maar omdat
het langzamerhand niet meer noodzakelijk is, dat het rijk in de kosten
bijdraagt. De gemeente Purmerend stelt, dat het vooir de vele financieel
zwakke gemeenten moeilijk zal zijn de schoolmelkvoorziening zonder rijks-
bijdrage te continueren. Spreekster gelooft dat in deze gemeente het getal
kinderen wier ouders de melk niet kunnen bekostigen niet groot is en dat
het zo eigenlijk wel voor een groot deel van ons land zal liggen. Spreekster
komt daardoor weer op haar stokpaardje, dat bijna alle ouders toch wel
de normale melkprijs die door de slijter wordt berekend, kunnen bekos-
tigen. Spreekster is het er mee eens, gezien de enorme bedragen die voor
snoepgoed worden uitgegeven, dat burgemeester en wethouders voorstellen
op het gedane verzoek niet in te gaan.
De heer Zegwaart zegt, dat de voortreffelijke wijze waarop mevr. Vrie-
sendorp over hetgeen in het verzoek wordt gesteld heeft gesproken, hem
aanleiding geeft van het woord af te zien. Hij is het volmaakt met mevr.
Vriesendorp eens.
Mevr. Cohen merkt op, dat zij het niet met mevr. Vriesendorp eens is.
Haar fractie meent echter dat op deze zaak niet verder behoeft te worden
ingegaan, omdat het niet meer opportuun is bij de minister op wijziging
van zijn standpunt aan te dringen. Dit wil dus geenszins zeggen, dat haar
fractie het eens is met hetgeen is gebeurd.
