208
31 oktober 1963
dat zich onder de gegadig-den zeer serieuze candidaten bevonden. Er is
dus maar één conclusie: „de kennismaking is tegengevallen". Spreker weet
wel, dat op elke kennismaking geen verloving volgt, laat staan een huwe-
lijk, maar het doet de naam van Heemstede naar buiten toch geen goed,
dat men nu tot tweemaal toe de sollicitanten van elders een blauwtje laat
lopeni. Het college in zijn geheel is daar blijkbaar niet verantwoordelijk
voor. Het voorstel spreekt immers van de meerderheid, doch laat in het
midden of dit de kleinst of de grootst mogelijke meerderheid is. Hoe dan
ook, de meeste leden van de raad, met uitzondering van de wethouders,
zullen het zonder kennismaking moeten doen. Het eindresultaat, dat voor
ons ligt, is een aanbeveling uit eigeni hu'is. Het college is daarbij niet zo
ver willen gaan, dat het openlijk zijn voorkeur voor één der candidaten
heeft willen uitspreken. De aanbeveling is alfabetisch. Niettemin zullen
de leden van het college, evenals de overige leden van de raad, zo straks
hun voorkeur moeten uitspreken.
Spreker wil graag namens zijn fractie opmerken, dat zij alle waardering
voor de beide candidaten kan opbrengen, al is er in deze waardering van
een gradueel verschil sprake. Haar conclusie is gebaseerd op de normen,
die hij zoëven heeft genoemd. Lichtvaardigheid is hierbij niet in het spel.
Alvorens över enkele ogenblikken hun stem uit te brengen, zullen de
leden van zijn fractie het bijzonder op prijs stellen te horen, waarom de
sollicitanten van elders zijn afgevallen. Was dit, omdat zij beneden de
maat bleven of mogelijk om redenen van politieke aard? Wat dit laatste
betreft, zou spreker er op willen wijzen en men dient hierop wel acht te
slaan dat zijn fractie van mening is, dat de politieke samenstelling van
de raad van dien aard is, dat niemand, die aan de eisen voldoet, bij voor-
baat op grond van zijn politieke overtuiging terzijde geschoven behoeft te
worden.
In de tweede plaats interesseert het zijn fractie te vernemen, wat bur-
gemeester en wethouders er van heeft weerhouden een duidelijke voor-
keur voor één der twee thans aanbevolen condidaten aan de dag te leggen.
Heeft het college dit niet aangedurfd om redenen van zuiver menselijke
aard, was er sprake van een compromis of was het misschien om de raad
de gelegenheid te geven, zonder een duidelijke uitspraak van het college
zijn keuze in vrijheid te bepalen.
Sprekers fractie zal het, mede ter bepaling vani haar houding, zeer
waarderen het antwoord van de voorzitter op deze beide vragen te ver-
nemen.
De voorzitter gelooft niet dat het juist zou zijn, wanneer hij teveel zou
vertellen over hetgeen zich in het college van burgemeester en wet-
houders ten aanzien van het opmaken van deze aanbeveling heeft voor-
gedaan. Spreker kan ook eigenlijk de beide door de heer Verkouw ge-
stelde vragen moeilijk beantwoorden. Er was in het college geen enkel
voorstel dat de meerderheid kon krijgen, omdat de candidaat die door de
een niaar voren werd gebracht werd gekoppeld aan de andere en daardoor
was het uitermate moeilijk met een aanbeveling te komen die de instem-
ming van het gehele college had. Uiteraard is het toen een compromis ge-
worden. Burgemeester en wethouders hebben gemeend ten aanzien van
de beide candidaten die op de aanbeveling voorkomen van geen voorkeur
te moeten doeni blijken. Spreker gelooft dat hij hiermede mag volstaan
omdat het uiteraard niet aangaat de verschillende standpunten van de
leden van het college in een openbare vergadering ter kennis te brengen.
Het spreekt vanzelf dat een ieder die heeft gesolliciteerd en waarvan de
stukken voor de raad ter inzage hebben gelegen, verkiesbaar is. Het gaat
hier om een aanbeveling van burgemeester en wethouders en niet om
een voordracht.
De heer Verkouw vindt dit een vrij mager antwoord, hoewel hij wil toe-