245 19 december 1963. In het lieht van het vorenstaande wil ik om praktisch te worden het beleid van het college van burgemeester en wethouders nader bezien met betrekking tot de bestuurden (de inwoners der gemeente) de andere gemeenten in de omgeving, en de raad. Ik dacht, dat ik dan een wat dy- namischer aanpak zou mogen wensen. Het contact tussen overheid en burgerij willen burgemeester en wethou- ders blijkens het antwoord op punt 7 van het afdelingsverslag bevorderen do°r een maandelijkse persconferentie van de secretaris. Ik vind dit ant- woord wat mager. Andere geméenten doen veel meer: ontvangsten en boekjes voor jonge kiezers, voor nieuwe inwoners, inschakeling van de burgerij in allerlei sport-, cultuur- en andere raden etc. Veel belangrijker echter acht ik, dat de burgerij gaat meedenken en meepraten over actuele gemeentelijke problemen, die daarvoor geschikt zijn. Iets in die richting gebeurt ten aanzien van het Oude Slot; de in- schakeling van ,,Oud Heemstede" juich ik toe en voor de mogelijke scha- duwzijde, de invloed van een pressiegroep, ben ik in Heemstede niet zo benauwd. Er zijn nog veel meer onderwerpen geschikt om in breder ver- band te brengen, als daar zijn uitbreidingsplannen, verkeersvraagstukken etc., en veel hangt af van de wijze waarop burgemeester en wethouders een onderwerp apart en duidelijk in de raad brengen. In direct verband met het vorengezegde staat dus het contact tussen burgemeester en wethouders enerzijds en de raad anderzijds, over welk contact ik al vaker heb gesproken. a) Teveel bevatten de agenda's van de raad m.i. alleen voorstellen, welke burgemeester en wethouders graag en zo vlug mogelijk aangénomen willen zien en te weinig leggen burgemeester en wethouders aan de raad nota's voor ter bespreking van het in de toekomst te volgen beleid. b) Aan deze nota's zouden dan zo nodig rapporten van deskundigen moe- ten worden gehecht, zodat niet slechts burgemeester en wethouders doch ook de raad deskundig wordt voorgelicht. Ik zeg niet dat ik alles tegelijk zou willen, doch ik denk aan nota's betreffende toekomstige bevolkingsgroei en -opbouw van Heemstede, betreffende bouwmoge- lijkheden, betreffende verkeersontwikkeling, betreffende efficiency in de diensten en bedrijven, betreffende de aanpassing aan het aardgas. c) Als een zijlijntje wil ik in dit verband de vraag stellen in hoeverre de raad inzage verkrijgt of kan verkrijgen van alle circulaires van Bin- nenlandse Zaken en Gedeputeerde Staten. Worden bij een voorstel ge- grond op een dergelijke circulaire wel steeds alle overwegingen uit 'deze circulaire vermeld dit laatste in verband met de verhoging van de presentiegelden, waarbij naar mij toevallig is gebleken gedepu- teerde staten ook hadden geschreven: „Tenslotte verzoeken wij U het bovenstaande ter kennis van de raad te brengen, waarbij er tevens op ware te wijzen, dat uit de herziening van de regeiing geenszins mag worden afgeieid, dat op de raad de Plicht zou rusten ons een voorstei te doen de vergoeding van de raads- leden tot het aangegeven maximum te verhogen." Derhaive een wenk dat men de raad er van in kennis stelt dat het niet nodig is de verhoging in te voeren. Een overweging die ik bii de raads- stukken niet heb gevonden. d) Zorgen maak ik mij ook over de lange duur tussen een bepaaid besluit van de raad en de uitvoering daarvan. Op den duur moet het verant- woordelijkheidsgevoei bij een bepaalde besluitvorming afnemen. Als voorbeeld wijs ik op de uitbreiding van het raadhuis; toen de raad daartoe besloot lag de uitvoering nog in een dergelijk ver verschiet, dat alle omstandigheden, geldend bij uitvoering van het besluit niet konden worden overzien. Nu zal in ieder geval het krediet te zijne'r tijd moeten worden verhoogd, maar houdt dit nu tevens in dat de raad,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 12