19 december 1963. 258 het bedrag, zou mogen verwachten. Zijn burgemeester en wethouders overtuigd en vragen zij daartoe vol- doende bewijzen, dat subsidies slechts naar behoefte worden gevraagd en verleend Ten slotte de maatschappelijke steun en voorzorg waar practisch nie- mand gaarne een beroep op doet, maar die in grote behoefte voorziet. Even goed als met de brandweer en de ambulance, die niemand ooit hoopt nodig te hebben, is het rustig wonen met de wetenschap dat men ingeval van materiële nood met succes een beroep op de gemeente kan doen. Wij hebben er waardering voor dat het moeilijke werk, waarbij zo dikwijls tussen op elkaar gelijkend kaf en koren onderscheid moet worden ge- maakt, met verantwoordelijkheidsbesef verricht wordt. Dat de geest, wel- ke ten grondslag ligt aan de Bijstandswet het geleidelijk aan in 1964 zal winnen van die uit de tijd van de armenwet hopen wij zeer. Moge dit ook in de praktijk zichtbaar worden, zonder vermindering van de waakzaam- heid tegen het soms zo moeilijk te onderkennen misbruik. Tal van zaken heb ik niet genoemd, zoals de schoonheid van de ge- meente, beïnvloed door de schoonheidscommissie, Openbare Werken en de plantsoenendienst, de reinheid van de straten en de kwaliteit van de be- strating, de verlichting, het openbaar vervoer en de mogelijkheden tot genieten van recreatie en cultuur. Nog een enkel woord over de bedrijven waarvan de goede tEiakvervul- ling alle bewoners ook met een hoge prioriteit ter harte gaat. In uw be- groting houdt U rekening met een tariefsverlaging, waardoor de winsten belangrijk lager zullen zijn dan verleden jaar. In de memorie van ant- woord hebt U geschreven, dat met de recente loonsverhogingen sleehts ten dele rekening is gehouden. Voor het personeel van de bedrijven zal de minister geen verhoging van de rijksuitkering toestaan daar deze ver- hoging uit de productiviteitsstijging dient te worden betaald. Bij de be- drijven is dus te verwachten, dat de meerdere personeelskosten ten laste zullen komen van de bedrijfsresultaten. Is er aanleiding te verwachten, dat de tariefverlaging daardoor onmogelijk wordt of is de stijging van de arbeidsproductiviteit bij de bedrijven zodanig dat de verhoogde lonen er door kunnen worden gedekt Op speciale punten komen wij bij de behandeling van de begroting gaarne terug. Alvorens deze algemene beschouwingen te beëindigen willen wij gaarne tot uitdrukking brengen hoezeer wij de samenwerking in deze raad ge- durende het bijna teneinde gaande jaar hebben gewaardeerd. Dat er juist in één belangrijke vergadering een dieptepunt was, betreuren wij ten zeerste en zal, naar wij hopen, tot lering strekken. Aanvaard tot besluit, mijnheer de voorzitter, onze dank voor en onze gelukwensen bij deze gezonde begroting, welke wij naar wij hopen, na de beantwoording van onze vragen met ver'trouwen zullen kunnen aanvaar- den." Hierna schorst de voorzitter de vergadering teneinde de leden van het college gelegenheid te geven hun aantekeningen te ordenen. Na heropening van de vergadering zegt de voorzïtter: „Ik geloof dat het voor een gemeente als de onze een gelukkige om- standigheid is, dat de algemene beschouwingen voor een groot deel be- trekking hebben op de nationale en internationale politiek. Waren er brandpunten, waren er omstandigheden die noodzaakten om op het col- lege van burgemeester en wethouders ten aanzien van zijn beleidvoering gerechtvaardigde kritiek uit te oefenen, dan geloof ik dat deze nationale en internationale beschouwingen, hoezeer zij als zodanig kunnen worden gewaardeerd, wel enigszins zouden worden beperkt. Ik moge dan ook de conclusie trekken, dat het met onze gemeentebegroting nogal gaat. Trou-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 25