19 december 1963.
260
van open speelgelegenheden bij mijn fractie een gunstig onthaal vindt.
De voorzitter vervolgt: „Ik heb dat tot mijn spijt niet gehoord. Ik dacht
dat het met opzet achterwege was gelaten.
De heren Rutgers en Enschedé hebben gepleit voor meer samenwer-
king met de omliggende gemeenten. Wanneer er over één ding in het
college een unaniem oordeel bestaat is het wel, dat er op dit terrein meer
moet gebeuren. Men moet in deze echter niet te rücksichtslos, om een
zwitsers woord te gebruiken, voortgaan, maar rustig bekijken wat het
meest bereikbare is. De heer Rutgers heeft gezegd, dat inzake deze sa-
menwerking van burgemeester en wethouders initiatief moet uitgaan. Dit
jaar kunnen burgemeester en wethouders toevalligerwijs enig initiatief
ontplooien, omdat op 21 februari a.s. een bijeenkomst van de colleges van
burgemeester en wethouders van de samenwerkende gemeenten zal plaats
vinden. Voor die bijeenkomst hebben burgemeester en wethouders bereids
een programma opgesteld.
Op het gebied van de woningtoewijzing kan een samenwerking met
andere gemeenten ook wel eens te ver gaan. Ik meen goed te doen in
deze vergadering er tegen te protesteren, dat men geen enkel gehoor heeft
gegeven aan de grote bezwaren die de gemeente Heemstede tegen de wo-
ningtoewijzing in het komende jaar naar voren heeft gebracht. Dit be-
treft niet alleen de toewijzing van woningwetwoningen maar tevens die
van premiewoningen en van woningen in de vrije sector. De toewijzing
daarvan was niet groter dan andere jaren. Ik heb daarover nog geen offi-
cieel bericht gehad, maar de secretaris heeft van de betrokken wethouder
van Haarlem vernomen, dat het bouwvolume voor deze drie categorieën
woningen definitief zal worden toebedeeld aan de agglomeratie Haarlem.
Wanneer men aileen al in aanmerking neemt, dat 4)5 deel van het bouw-
volume voor de woningwetwoningen zai worden verbruikt door de ge-
meente Haarlem, dan begrijpt men wel de grote moeiiijkheden die er op
dit terrein liggen. De toewijzingen van bouwvolume, die tot nu toe heb-
ben plaats gevonden, zijn niet zö maar tot stand gekomen, want daarbij
heeft men verschillende factoren in aanmerking genomen op grond waar-
van de toewijzing aan de gemeenten is gedaan. Ga nu maar eens om de
tafel zitten en het bouwvolume voor de agglomeratie zonder richtlijnen
verdelen! Dit geeft tot onoverkomenlijke moeilijkheden aanleiding.
De heer Verkouw heeft gesproken over de uitslag van de Kamerver-
kiezingen. Ik heb reeds gezegd, dat ik over de landspolitiek niet wil uit-
weiden. Ik wil alleen opmerken, dat hoe goed een raadsfractie, of alle
raadsfracties, hun werkzaamheden ook verrichten, men bij het kiezen van
de gemeenteraad over het algemeen het landelijke partijbeeld te zien
krijgt. Het is eigenlijk bitter jammer dat de burgerij en nu kom ik op
een zeer belangrijk punt zo weinig meeleeft met wat een raad doet en
wat de verschillende fracties doen. Dit telt de burgerij eigenlijk niet mee
wanneer zij de gelegenheid krijgt om haar keuze te bepalen."
De heer Verkouw: Het is mij bekend, dat men in vele gevallen wel stemt
maar niet kiest.
De voorzitter: „De heer Enschedé heeft gesproken over de betrekke-
lijkheid van de historische grenzen van de gemeenten. Ik wil dit even mi-
tigeren. U weet dat voor verschillende gemeenten wijkraden zijn inge-
steld omdat één bepaalde gemeente niet meer in staat is die voorzieningen
te treffen die nodig zijn. Heemstede vormt een onderdeel van de agglo-
meratie Haarlem, maar ik geloof toch wel, dat men kan zien dat Heem-
stede het op verschillend gebied beter doet dan een andere gemeente.
De heer Enschedé heeft voorts gesproken over verkeersproblemen en
-voorzieningen en heeft gezegd, dat het gewenst is de noodzaak van be-
paald nodige voorzieningen aan de centrale overheid door te geven. Ook