19 december 1963. 268 zullen voordoen met betrekking tot de centrale verwarming, ligt nog in het onzekere. Burgemeester en wethouders hebben al in een eerder stadium getoond, toen mijn voorganger nog de portefeuille van openbare werken had, dat zij als het kon woningen met centrale verwarming wensten te bouwen. Elke mogelijkheid die zich hier zal voordoen zullen burgemees- ter en wethouders nauwlettend gadeslaan en als het kan toepassen. Wat betreft de samenwerking met andere gemeenten kan ik terzake de verdeling van het bouwvolume, dat per agglomeratie zal worden toege- kend, zeggen, dat daarover een oriënterend gesprek heeft plaats gehad. Dat gesprek vond ik weinig bemoedigend. Daarbij bleek, dat de gemeente Heemstede de meest progressieve, in de goede zin van het woord bedoeld, gemeente was en deze samenwerking toch wel zodanig opgevat wilde zien, dat de gemeenten over en weer iets zouden doen, aangepast aan aard en karakter van de betreffende gemeente. Heemstede heeft daarvoor heel weinig bijval gevonden. Het leek wel alsof dit een strijd zou worden van elke gemeente voor zich, een kijken wat ieder uit de gemeenschappelijke pot zou kunnen krijgen. Ik geloof dat gedeputeerde staten in dat opzicht de moeilijkheid hebben verschoven naar een agglomeratie van gemeenten. Voorlopig zal men dit probleem nog niet hebben opgelost. Burgemeester en wethouders zullen in dit opzicht waakzaam zijn en trachten voor de gemeente Heemstede er uit te halen wat er in zit, hoewel zij veel liever een ander soort beleid zouden voeren, een breder beleid, waarbij over en weer de gemeenten zouden worden gezien als een deel van één agglome- ratie die ook op het gebied van de woningbouw een taak heeft." Wethouder mevr van der Meulen zegt: „Door alle fracties is eigenlijk de vraag gesteld hoe het met de samenwerking met de omliggende ge- meenten staat. Ik kan zeggen, dat, zeer bijzonder op mijn terrein, er nogal wat activiteit is. Wij zijn in Hoofddorp twee keer bijeen geweest, in Haarlem enige keren, terwijl voor de eerste helft van januari alweer drie bijeenkomsten op het programma staan. Een goede samenwerking is er op het gebied van de sport, sociale zaken, het regionaal woonwagenkamp en er is ook een gedurig contact bij de plaatsing van chronisch zieken. Ik meen dat die laatste gedachte indertijd. door de heer Rutgers is gelan- reerd. Op het ogenblik zijn in de Jansstraat te Haarlem 4 patiënten uit Heemstede geplaatst, 5 in Kennemeroord en dan nog een aantal in ver- schillende particuliere tehuizen zowel in Heemstede als in Haarlem. Om- gekeerd plaatst de G.G.D. te Haarlem, die mede toezicht op onze rusthui- zen houdt, ook patiënten in verschillende rust- en verpleeghuizen in deze gemeente. Momenteel zit Heemstede voor deze zieken niet om plaats ver- legen maar dat kan ieder moment veranderen. De heer Verkouw heeft over de provinciale verordening op de bejaar- denoorden gesproken. Deze verordening is wel door de provinciale staten aangenomen, maar zij is tot nu toe niet gepubliceerd. Als zij gepubliceerd is, zal deze verordening ook een punt van de bespreking uitmaken in het gemeentelijk contact. Natuurlijk blijven we graag zoveel mogelijk baas in eigen huis, maar aan de andere kant spreekt het ook vanzelf, dat, wanneer er een provinciale verordening is, de daarin opgenomen voor- schriften moeten worden nageleefd. De heer Enschedé heeft gevraagd hoe het staat met de aanpassing aan de Bijstandswet, die waarschijnlijk in 1965 wet zal worden. Deze aanpas- sing is er al in enige mate. Ik wil het feit noemen, dat er nu een bepaald bedrag voor kleding wordt uitgekeerd waarover de mensen de vrije be- schikking hebben. Ik meen dat het ook de heer Enschedé wel bekend zal zijn, dat er een zeer goede samenwerking is tussen de diaconieën en de verschillende andere inrichtingen op maatschappelijk terrein met de dienst van sociale zaken. Het heeft mij bepaald goed gedaan, dat de heer Enschedé als voorwaar-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 35