12
4e afd.
30 januari 1964
le WIJZIGING VEKORDENING OP HET VELLEN VAN
HOUTOPSTANDEN „KAPVERORDENING"
Aan de Raad,
Hierbij bieden wij U ter vaststelling' aan een ontwerp-besluit tot wijzi-
ging van de Verordening op het vellen van houtopstanden.
Ter toelichting op het ontwerp delen wij U het volgende mede.
I. Op 15 juli 1963 is in werking getreden de wet van 9 mei 1963, stbl.
no. 246, tot wijziging en aanvulling van artikel 1 van de Boswet. In-
gevolge het gewijzigde en aangevulde artikel moet Uw College voor de
toepassing van de Boswet de grens van de bebouwde kom der ge-
meente vaststellen. Zie in verband hiermede ons voorstel no. 13.
Voorheen werd onder „bebouwde kom" verstaan de bebouwde kom, zo-
als deze ingevolge artikel 8 van de Wegenverkeerswet is vastgesteld.
In verband met voormelde wetswijziging dient de bestaande begrips-
omschrijving van de bebouwde kom, zoals deze voorkomt in artikel 1,
vierde lid, van onze verordening, te worden gewijzigd.
II. Onze verordening kent de herplantplicht alleen als mogelijke voor-
waarde bij het verlenen van een vergunning. Dit betekent, dat een be-
langhebbende aan de oplegging van een herplantplicht kan ontkomen
door zonder vergunning te vellen.
De Commissie Voorlichting Boswet, welke indertijd het model-kap-
verordening heeft opgesteld, dat voor onze gemeente is overgenomen,
adviseert in de verordening een bepaling op te nemen, welke in der-
gelijke gevallen het opleggen van een zelfstandige herplantverplichting
mogelijk maakt.
In verband hiermede stellen wij U opneming van een nieuw artikel 7
voor.
III. Als gevolg van het vorenstaande dienen de bestaande artikelen 7 t/m
10 te worden vernummerd.
Heemstede, 22 januari 1964.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.