14 30 januari 1964 Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast- gesteld. XVIII. VERKOOP GROND NABIJ „HET OUDE SLOT" Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 15. Verkoop grond nabij „Het Oude Slot". De Voor/.itter deelt mede, dat de commissie van het grondbedrijf na uit- voerige besprekingen niet tot een advies is kunnen komen. Eén lid achtte de prijs van de grond te laag. Twee leden stonden welwillend tegenover de prijs maar wilden zich in hun fractie nader beraden, één lid was afwezig, terwijl de voorzitter zich geheel met het voorstel kon verenigen. Ir. Frets heeft bemerkt, dat dit terrein dus bestemd is voor de bouw van een lyceum. Dit is een bijzonder aantrekkelijk project en spreker ge- looft dat het voor het entree van de gemeente toch wel een aanwinst mag worden genoemd. Tot zover is spreker gaarne vöôr dit plan. Een ander punt is de prijs waarvoor de gemeente deze grond denkt te verkopen. Spreker meent dat het verslag van de commissie van het grondbedrijf in zekere zin onjuist is. Spreker dacht juist dat de twee andere leden wijfel- achtig waren in hun conclusie, maar dat zal bij de behandeling van dit punt wel blijken. De Voorzitter zegt, dat het verslag van de commissie is getekend door de voorzitter en secretaris. Het verslag vermeldt dat één lid de prijs te laag acht en dat twee leden welwillend tegenover de prijs staan. Spreker moet aannemen dat dit juist is. Ir. Frets wil daar even aan voorbijgaan. Er is in die commissievergade- ring een toelichting gegeven op hoe deze prijs tot stand is gekomen, n.l. aankoopprijs renteverlies. Gezien het feit dat tegenwoordig ieder jaar de grondprijzen anders zijn, vindt spreker deze wijze van berekenen toch niet het uitgangspunt om tot vaststelling van grondprijzen te komen. Voorts meent spreker dat dit stuk grond bestaat uit twee gedeelten, n.l. een gedeelte bestemd voor sportterrein en een gedeelte bestemd voor bouwterrein voor de school. Spreker kan zich met de prijs van de grond voor het sportterrein geheel verenigen, maar hij gelooft dat de prijs van de grond voor de school niet juist is. Bovendien gelooft spreker, zoals hij al zei, dat de prijscalculatie een geheel ander uitgangspunt moet hebben en dat niet alleen de aansluiting aan goede wegen maar ook de kwaliteit van de grond een roi speelt. Nu is er in de commissie voor het grondbedrijf gesteld, dat dit land een poel is en dat de grond niets waard is. Spreker is van mening, dat wat men van boven van de grond ziet niet beslissend is voor de kwaliteit. Wat er onder het oppervlak zit is veel be- langrijker dan wat visueel is. Spreker meent, dat, evenals dit bij het nieu- we politiebureau het geval is, de vaste laag wel op een paar meter diepte zal zitten. In dat geval is er niet zoveel veen te verwachten en spreker ge- looft, dat als men het terrein met een paar meter zand ophoogt, men dan bouwterrein zal hebben. Verder meent spreker dat door het nemen van de aankoopprijs kosten als verkoopprijs, de laatste veel te laag is. Terug- rekenende komt men naar sprekers idee op een prijs van 7,50 per m2. Sprekers voorstel is om voor het gedeelte van de grond dat voor sportter- rein is bestemd de prijs te laten zoals hij is en de prijs voor het gedeelte dat voor de bouw van de school is bestemd te verhogen tot 7,50 per m2. Blijkens het vorige agendapunt koopt de gemeente grond voor 7,50 per m2, terwijl nu wordt voorgesteld grond te verkopen voor 4,50 per m2 die

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 14