16 30 januari 1964 zien van het gebruik van de reeds bstaande sportvelden, tenminste wan- ner die sportvelden daar niet teveel onder te lijden zullen hebben. Spreker heeft het idee dat de schooljeugd misschien een beetje teveel van die ter- reinen gebruik zal maken dan de directeur van de sportparken lief zou zijn. Indien dat niet het geval zal zijn, verdient het voorstel van de heer Brandsma naar sprekers mening overweging. Mr. Butgers wil de bespreking van het punt grondprijs aan zijn fractie- genoot Ir. Frets overlaten. Dat wii niet zeggen dat spreker het met de al- gemene strekking van zijn betoog niet eens is. Het feit dat terreinen vroeger of later zijn gekocht doet er z.i. niet toe. Spreker meent dat de markt- waarde een grote rol speelt en dat in zoverre de stroppen die de gemeente moest nemen kunnen worden opgevangen. Men heeft deze terreinen nog goedkoop kunnen krijgen. Men moet natuurlijk nooit overvragen, maar het feit dat deze terreinen zijn bestemd voor onderwijsdoeleinden neemt niet weg, dat men wel een reële prijs mag vragen. Deze prijs komt zijn fractie te laag voor. Spreker weet niet of burgemeester en wethouders voor een deel deze mening delen en dat daarom de bij de stukken liggende voorlopige koopakte een handtekening mist. Spreker neemt aan dat dit een omissie is. Spreker wil nog vragen of, nu een zo nabij het Oude Slot gelegen terrein wordt verkocht, burgemeester en wethouders afzien van het creëren van een verdere aanlokkelijke omzoming van het Oude Slot zodat in ruimer verband recreatie mogelijk zal worden, en of zij dan eigenlijk hun plan- nen voor de restauratie van het Oude Slot niet helemaal opgeven. Wethouder Bekker gelooft dat het bij deze verkoop in hoofdzaak tegen de voorgestelde prijs gaat. Burgemeester en wethouders zijn van mening dat de prijs goed ligt. Zij hebben bij het bepalen daarvan rekening gehou- den met de aankoopprijs van de grond met de daarop gekomen kosten en ook met datgene wat de heer Rutgers heeft genoemd. De grond is voor onaerwijsdoeleinden bestemd en dan moet men niet al te hoge prijzen vragen. Bovendien zijn deze gronden in het streekplan bestemd voor na- tuur- en recreatiegebied. De P.P.D. heeft er echter uiteindelijk in toege- stemd dat hier een lyceum zal mogen worden gebouwd. Dit is de enige mogelijkheid om van dit terrein een deel te verkopen. De heer Frets wil voor de grond, bestemd voor schoolbouw, een hogere prijs bepalen. Spre- ker gelooft dat de kwestie die de heer Brandsma heeft aangeroerd, meer het algemeen beleid betreft en dat de voorzitter daar beter antwoord op kan geven. De Voorzitter zegt dat de heren Brandsma en Verhoeven zich hebben af- gevraagd of het niet aanbevelenswaardig zou zijn de sportterreinen aan de Sportparklaan mede te doen gebruiken door de leerlingen van de te bou- wen school. Dat lijkt spreker toch wel te ver gaan. Het schoolbestuur zal een lyceum willen bouwen met de accomodatie die daarbij hoort. De mo- derne begrippen over middelbare scholenbouw eisen dat bij een lyceum zeer zeker sportvelden horen. Spreker vindt het eigenlijk te ver gaan om te zeggen dat dit niet hoeft omdat gebruik kan worden gemaakt van de bentaande gemeentelijke sportvelden. Spreker begrijpt, dat het schoolbe- stuur volkomen baas in eigen huis wil blijven en dat men dus de sport- accomodatie wil hebben zoals die behoort te zijn. De voor deze school be- nodigde grond is in het streekplan aangegeven als recreatiegebied. Het is dus geen bouwterrein zoals de heer Frets stelt. Na opgenomen contact met de P.P.D. is gebleken dat de waarschijnlijkheid aanwezig is, dat daar wel een lyceum gebouwd mag worden, Het gaat echter te ver om nu meteen maar te zeggen dat het bouwterrein is, want iets anders dan een lyceum mag er zeker niet gebouwd worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 16