20 30 januari 1964 spreker vöör is zal er van een of andere zijde een subsidie moeten ko- men. Maar het grondbedrijf zelf moet de prijs van de grond bepalen naar de waarde die bouwgrond op het moment heeft. Het is voor spreker erg moeilijk hierover te spreken, omdat hij als lid van de commissie van het grondbedrijf gcgevens neeft gekregen die niet alle leden ter beschikking staan. Spreker heeft dit betoog ook in de commissie voor het grondbedrijf gehouden en het schijnt dat er daarna enige wijziging in het uiteindelijke voorstel is gekomen. De heer Verkouw merkt op, dat er volgens de heer Frets verschil be- staat tussen het stuk dat de leden van de commissie voor het grondbedrijf hebben gekregen en dat wat de raadsleden gecyclostyleerd thuis hebben gekregen en het gedrukte stuk. Spreker kan het niet zo gauw ontdekken. Ir. Frets zegt, dat in het gecyclostyleerde stuk de zinsnede voorkwam, dat bovendien in dit complex een groot aantal woningwetwoningen was opgenomen. Deze zinsnede kan spreker in het officiële stuk niet terug- vinden. De heer Verkouw zegt, dat dit inderdaad van belang kan zijn voor de prijscalculatie voor het gehele complex. In het gedrukte stuk staat alleen, op grond van welke motieven bepaalde kosten naar de mening' van het college ten laste van de algemene dienst moeten worden gebracht. De heer Frets heeft dus bezwaar tegen het bedrag van 158.000,waarvan het college zegt: „Om het doorgaand verkeer over de toekomstige Glipper Dreef een fraai uitzicht op de gemeentelijke bebouwing te geven zijn de woningen alle met de voorgevel naar de Dreef geprojecteerd, terwijl de lanen aan de andere zijde zijn voorzien van een groenstrook. De kosten van aanleg van deze lanen met groenstrook zijn derhalve ten dele ge- maakt ten algemene nutte". Dit is in het algemeen de lijn die door het grondbedrijf wordt gevolgd. AIs er in wijken objecten gecreëerd worden zoals het maken van een vijver, van een hertenkamp, een brug e.d. waar- van de bewoners van de wijk maar betrekkelijk profiteren, dan is het zeer terecht dat de kosten daarvan ten laste van de algemene dienst wor- den gebracht. Wel kan men van mening versehillen of de verdeling van de kosten op basis van fifty-fifty goed getaxeerd is. Wethouder Bekker kan er eigenlijk weinig aan toevoegen. De heer Frets is het met de twee eerste motieven van burgemeester en wethouders eens, dus daar hoeft spreker niet over te praten en het motief waar hij wel be- zwaar tegen heeft is in de toelichting voldoende omschreven. Het komt er op neer, dat hij het niet juist acht, dat zaken van algemeen belang ten laste worden gebracht van de bewoners van een bepaalde wijk. De heer Van der Hulst vraagt weike de reden is, dat Glip II niet aan- sluit op de Glipper Dreef. De Voorzitter antwoordt, dat de Glipper Dreef voor het snelverkeer wordt aangelegd en niet speciaal voor het buurtschap. De heer Van der Hulst vraagt of Glip I ook niet op de Glipper Dreef aansluit. De Voorzitter antwoordt, dat de Glipper Dreef daar aftakt, zodat de Glip I daar wel op aansluit. Spreker gelooft dat de heer Frets alles te zwaar ziet. Het betreft dus alleen een vergoeding aan het grondbedrijf voor dingen die in het grond- bedrijf eigenlijk niet thuis horen omdat zij ten algemene nutte zijn. Men zou alleen kunnen praten over het feit of die vergoeding nu 40 of 50% moet zijn. Burgemeester en wethouders hebben de vergoeding op 50% ge- fixeerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 20