30 januari 1964 21 De heer Van der Hulst wijst er op, dat de bewoners van Glip II op een gegeven moment van de Glipper Dreef gebruik zullen willen maken. De Voorzitter: „Dan moeten ze naar de Glipperweg en dan kunnen ze daarvandaan op de Glipper Dreef komen." Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. XXI. BENOEMING RENTMEESTER VAN HET GRONDBEDRIJF. De voordracht is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 18. Benoeming rentmeester van het grondbedrijf. De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het grondbedrijf zich met de voordracht kan verenigen. De Voorzitter verzoekt mevr. Vriesendorp en de heer Verkouw met hem het bureau van stemopneming te vormen. Uit de gehouden stemming blijkt, dat de heer Mr. J. M. Kruitwagen, be- noemd gemeentesecretaris, met 17 stemmen is benoemd tot rentmeéster van het grondbedrijf, ingaande 1 februari 1964; 1 stem werd op de heer H. G. Peterse uitgebracht. XXII. BENOEMING LID VAN DE COMMISSIE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 8 VAN DE WOONRUIMTEWET. De aanbeveling is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 19- Benoeming lid van de vorderingscommissie. De heer Verhoeven zegt, dat uit reeds eerder gehouden debatten is ge- bleken, dat het eigenlijk moeilijk is om de vorderingscommissie los te zien van de commissie van advies die door burgemeester en wethouders wordt benoemd. Uit het schrijven van de heer Van der Weiden blijkt, dat de ad- vieseommissie verkleind is. Twee leden hebben n.l., in verband met het be- reiken van een hoge leeftijd, ontslag genomen. Spreker kan zich voorstel- len, dat het college er op dat moment toe is overgegaan om de adviescom- missie te verkleinen. Spreker kan zich niet voorstellen dat dit gebeurd zou zijn om de politieke groeperingen zoals die in de raad bestaan, in de com- missie tot uitdrukking te doen komen, want voor zover spreker bekend is, is de adviescommissie na de benoeming van de nieuwe leden dit moet spreker in dit verband even zeggen want men zal direct horen waar hij dat verband legt weer geen afspiegeling van de politieke situatie in de raad. Nu zijn tot leden van de adviescommissie benoemd 2 prot. chr., 1 r.k. en 1 p.v.d.a. lid. Verder is er nog een vakature. Spreker kan zich niet voor- stellen dat dit de bedoeling is geweest, temeer niet omdat op het ogenblik weer precies dezelfde situatie is ontstaan die men bij voorgaande gele- genheden heeft willen voorkomen. Er is n.l. gezegd en spreker kan de zienswijze van de heer Rutgers, die haar het eerst in deze raad heeft ge- bracht, billijken dat het eigenlijk een beetje vreemd is dat de vorde- ringscommissie en de adviescommissie uit clezelfde personen bestaan. Spre- kei' kan zich voorstellen dat dit de juridische ziel van de heer Rutgers heeft geraakt, want zij die advies moeten uitbrengen zijn ingeval van vorderen praktisch hun eigen rechter. Dat lijkt spreker toch niet de be- doeling. Spreker moet zeggen, dat hij het motief om de commissie een afspiegeling te doen zijn van de politieke groeperingen, in dit geval toch wel ver gezocht vindt. Hij acht het voor de heer Van der Weiden buiten- gewoon onaangenaam dat dit motief is aangegrepen hem niet te herbe- noemen als lid van de adviescommissie, waarin hij z.i. bovendien zitting meent te moeten hebben om zijn taak als lid van de vorderingscommissie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 21