32
30 januari 1964
Wij wilden het vandaag- niet alleen bij woorden laten. Het is nog wel
eens moeilijk orn een passend cadeau te vinden maar in dit geval zijn wij
met de hulp van mevrouw Van Wingerde er in geslaagd een lievelingswens
van de heer Van Wingerde te vervullen, met name een wereldatlas. Wij
overhandigen u deze als blijk van dankbaarheid en erkentelijkheid en als
aandenken aan uw werk in de raad en in de gemeente Heemstede. Ik weet
niet of u ooit wel eens ver zal gaan reizen ik geloof niet dat u zo'n rei-
ziger bent maar in deze atlas kunt u in ieder geval bij de warme kachel
een reis uitstippelen.
Meneer de voorzitter, u hebt het al meer gezegd, man en vrouw zijn één,
en daarom willen wij vandaag ook mevrouw Van Wingerde hartelijk dank
zeggen voor de steun die zij haar man in de loop der jaren heeft gegeven,
want van die steun, daar twijfel ik geen ogenblik aan, hebben ook wij ge-
profiteerd. Ik weet uit ondervinding, dat als je van een moeilijke vergade-
ring tliuiskomt, en je vindt een vrouw thuis die je opbeurt, je op hetzelfde
moment weer de oude bent. Helaas is dat voor mij niet meer weggelegd
maar daardoor kan ik het temeer waarderen als een vrouw met het werk
van haar man meeleeft. Daarom meenden wij vandaag mevrouw Van
Wingerde in onze dankbaarheid niet te mogen vergeten en aan haar deze
orchidee, als aandenken en uit dankbaarheid vooral, te moeten overhandi-
gen. (applaus)
Meneer Van Wingerde, nu nog een wenk. Ik heb al gezegd dat het uit is.
Nu komt u bij de gepensioneerden, maar u zult evengoed nog wel iets te
doen vinden. U is nu niet meer, ik spreek weer uit ervaring, aan tijd ge-
bonden en kan het rustig aandoen. U kunt nu boodschappen gaan doen.
Ik hoop dat u beiden nog vele jaren gegeven zulien mogen worden en dat
u die tijd samen recht huiselijk mag doorbrengen, dat u een rustige Jeven-
avond deelachtig zal worden, die u, naar ons aller opvatting, zo volledig
hebt verdiend.
Tot slot wil ik aan de dochter en verdere familie mijn gelukwensen aan-
bieden dat ze getuige hebben mogen zijn van het afscheid van de heer Van
Wingerde, na een staat van dienst die boven alle lof verheven is.
Meneer Van Wingerde, ik wens u nogmaals vele gezonde jaren en dat u
nog dikwijls moogt terugdenken aan het werk dat u in onze raad hebt ge-
daan. (applaus)
De heer Van Wingerde antwoordt als volgt:
„Meneer de burgemeester, mevrouw en heren wethouders, dames en he-
ren leden van de raad. Gelukkig heb ik, nadat de burgemeester zoveel lof
over mij heeft uitgestort, gelegenheid gehad even tot mezelf te komen. Ik
heb mogen horen, dat ik een goed secretaris ben geweest en u begrijpt dat
me dat veel genoegen heeft gedaan. Wat ik niet ben dat is een goed spre-
ker en dat kunt u ook moeilijk verwachten van iemand die heeft vast te
leggen hetgeen anderen zeggen. Maar in de ioop van de jaren heb ik ook
we! gezien, dat het in deze raad niet verboden is om gebruik te maken van
op papier gestelde aantekeningen en ik hoop, dat u dat ook mij zult willen
toestaan.
Burgemeester, ik ben bijzonder dankbaar dat ik een zo goede gezond-
heid heb genoten dat ik in staat ben geweest om gedurende zovele jaren
mijn werk te verrichten zoals ik dat heb gedaan. U begrijpt wel burge-
meester, ik ben ook maar een mens, dat het mij bijzonder veel genoegen
heeft gedaan te mogen horen, dat ik mijn werk goed heb gedaan. U hebt
het werk dat ik gedaan heb heel breed uitgemeten. Vandaag wil ik niet
onvriendelijk zijn en ik zal u dus niet tegenspreken. Ik kan geen woorden
vinden om voor de hoge onderscheiding waarmee de raad zijn waardering
voor rtiij tot uitdrukking heeft willen brengen, te danken. Het is een zeer
kostbare en prachtige herinnering aan de bijzonder mooie tijd die ik hier
