30 januari 1964 33 heb gehad en ik ben er dan ook onuitsprekelijk blij mee. Het is eigenlijk teveel naast de onderscheiding die ik indertijd al van de Koningin heb ge- kregen. Het is overweldigend, meer kan ik er niet van zeggen. U moet de rest er maar bij denken. Hartelijk dank aan u meneer de burgemeester en ook aan het college van burgemeester en wethouders voor het voorstel daartoo en aan de leden van de raad voor het besluit dat zij hebben willen nemen om mij deze hoge onderscheiding toe te kennen. Het is bijzonder. Burgemeester, dames en heren, het is natuurlijk niet zo, dat alles wat ik heb gedaan ik heb het al gezegd dat de burgemeester het te mooi heeft gemaakt alleen heb kunnen doen. Dat is beslist niet zo. De waar- dering die voor mijn werk is uitgesproken wil ik graag overhevelen aan allen die mijn naaste medewerkers zijn geweest. Wat zou ik hebben kun- nen doen zonder hen. Dank zij hun bekwaamheid maar ook dank zij hun echte vriendschappelijke samenwerking en de bijzonder goede verstand- houding en daarbij hun hart voor het werk en voor de belangen van onze mooie gemeente, hebben het mij mogelijk gemaakt mijn werk te doen zo- als ik dat heb gedaan. Hier in deze raadzaal betuig ik graag mijn bijzon- dere dank aan al mijn medewerkers en ik hoop van harte, dat deze goede verstandhouding en samenwerking ook met mijn opvolger zal blijven be- staan. Ook met de hoofden van dienst heb ik op een bijzonder prettige, goede en vriendschappelijke wijze mogen samenwerken en ook hun betuig ik gaarne mijn bijzondere dank. Meneer de burgemeester, ik heb ruim 43 jaar echt met vreugde in deze gemeente gewerkt en de gehele groei daarvan meegemaakt. Een niet te tellen aantai avonden ben ik voor vergaderingen ten raadhuize van huis geweest. Ik noem maar één feit. Twaalf jaar lang heb ik iedere maandag de vergadering van de huisvestigingscommissie bijgewoond. Dat is al een respectabel aantal avonden en dan verder de vele avonden die ik thuis voor de gemeente heb gewerkt. Ik geloof burgemeester, dat ik dan op dit moment ook mijn vrouw wel mag bedanken dat ze dit alles heeft willen aanvaarden. Vele raadsleden heb ik zien komen en vele zien gaan en vele heb ik in die jaren op de een of andere wijze inlichtingen verstrekt of van advies mogen dienen. Voor het vertrouwen dat ik altijd heb genoten, en dat nog duidelijker bleek tijdens mijn secretarisschap, ben ik uitermate dankbaar. Een bijzonder woord van dank wil ik richten tot het college van burge- meester en wethouders. De buitengewoon goede verstandhouding en de prettige sfeer maakt het vergaderen met u tot een groot genoegen. Het bijzondere vertrouwen dat ik van ieder uwer genoot heb ik buitengewoon op prijs gesteld. U weet ook hoe prettig ik het vond, dat ik zo nu en dan in de vergadering van burgemeester en wethouders ook wel iets mocht zeggen. Daarvoor ook hartelijk dank. En tot slot meneer de burgemeester een bijzonder dankwoord tot u voor de wijze waarop ik met u dagelijks heb mogen samenwerken. Als afde- Iingschef al had ik uw vertrouwen en als secretaris heb ik dat mogen be- houden. Juist dit vertrouwen burgemeester, ik heb het al eerder gezegd, heeft mij zo bijzonder goed gedaan en daardoor was het werken met u zo prettig en zo goed. Burgemeester ik weet niet hoe ik mijn dank onder woorden moet brengen en daarom hoop ik te mogen volstaan met eenvou- dig, maar uit de grond van mijn hart, te zeggen: ik dank u voor dit alles burgemeester. Ik heb deze eerste vergadering in dit jaar en mijn laatste vergadering, tot het einde toe willen meemaken. Ik heb mijn werk nooit half gedaan en gelukkig vandaag ook niet. Het is mij een groot voorrecht en een grote vreugde geweest zoveel jaren te mogen werken voor onze mooie gemeente en haar inwoners. Ik hoop dat het werk dat ik zo graag aan eigen mensen had overgedragen, toch in goede handen komt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 33