4 30 januari 1964 verzoek van L. F. Dammers jr. d.d. 13 januari 1964, om maatregelen te nemen tegen bevuiling van trottoirs door honden. De heer Verkouw zegt, dat zijn fractie vindt dat de heer Dammers Jr. door het voorstel van burgemeester en wethouders om zijn adres voor ken- nisgeving aan te nemen, op een weinig bevredigende wijze wordt behan- deld Men zal van spreker noch van zijn fractie een pleidooi verwachten tegen het houden van honden. Heemstede kent gelukkig heel veel dieren- vrienden Spreker gelooft, dat, als men een enquête zou instellen naar het aantal honden, zou blijken, dat Heemstede ver boven het landelijk gemid- delde ligt. Deze liefde tot de hond gaat in de eerste plaats uit van mensen die een hond houden. Zij hebben echter ook bepaalde verplichtingen tegen- over de rest van de burgerij. Er zijn bepaalde bezwaren aan het houden van honden verbonden, die in het adres van de heer Dammers tot uit- drukking komen. Dc hond doet wat des honds is en dat îs hem met kwa- liik te nemen. Hij doet het alleen niet op de plaats die daarvoor het meest °-eëigend is. Ook daartegen richt zich het bezwaar van adressant. Alleen de oplossing die hij aan de hand doet lijkt spreker niet deugdelijk. Hij wil n 1 de werknemers die belast zijn met de piantsoenendienst en dus het meeste inconveniënt van de honden ondervinden, extra belonen en dat zou dan moeten worden bestreden uit een verhoging van de hondenbelasting. Dat is een oplossing die niet realiseerbaar is. Wat dan, de honden aan de liin houden Sprekers fractie zou dat voorstel voorlopig met graag willen doen In de algemene politieverordening staan heel strmgente artikelen met betrekking tot honden. In art. 28 b.v. staat: „Ieder is verplicht er voor te zorgen, dat een onder zijn hoede staande hond zich met van uitwerp- selen ontdoet op het gedeelte van de weg dat in hetbijzonder is bestemd of mede bestemd voor verkeer van voetgangers Artikel 113 zegt. „hel de eigenaar en de houder van een hond verboden dit dier te doen of te laten lopen of verblijven in een der aan de gemeente toebehorende bloem- perken, beplantingen, gazons, speelterreinen of zandbakken enz en ten- slotte bevat artikel 279 de strafbepalingen daartegen. Spreker heeft de indruk dat, hoe stringent deze artikelen ook mogen zijn, de op gron daarvan in de afgelopen 5 jaar opgemaakte processen-verbaal °P de v'm- gers van één hand zijn te tellen. De bezwaren die door de heer Dammers naar voren zijn gebracht worden, naar het spreker lijkt, toch ook wel voor een groot deel door de inwoners gedeeld. Wat moet daaraan gedaan worden Sprekers fractie heeft aan de volgende oplossmg gedacht. Zou het in dit geval niet mogelijk zijn er is in de raad al meer °yer gespro- ken van gemeentewege over dit onderwerp een artikel în de plaatse- liike pers te plaatsen Spreker ziet dat artikel in zijn verbeeldmg al vooi zich met het opschrift „Houders van honden attentie, of opgepast. paarin kan dan met verwijzing naar het ingekomen adres, een beroep op de bur- o-ers worden gedaan om aan het gesignaleerae euvel een emde te maken. De door spreker genoemde artikelen van de politieverordemng kunnen daar- bii in extenso worden opgenomen, zodat de burgers daarvan op de hoogte komen Er zou ook nog bijgeschreven kunnen worden dat, als na enige tij mocht blijken dat de hondinbezitters niet bereid zijn zich daaraan te hou- den, de politie scherper op de naleving van de artikelen zal &aa"^°e^- In het artikel zou er verder op gewezen kunnen worden, dat de moge ij heid bestaat dat de raad er ernstig over zou denken in de politieverorde- nin°- een bepaling op te nemen, dat de hond aan de lijn zal moeten worden gehouden Sprekers fractie zou daartoe slechts node willen overgaan. Maar waarom zou een beroep op de burgerzin geen effect kunnen hebben Het is te proberen en spreker zou dit van harte willen aanbevelen. Mr Kutaers zegt dat het niet in de bedoeling van zijn fractie lag op dit moment, naar aanieiding van het ingekomen stuk, een debat te ont-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 4