34 2e Afd. 26 maart 1964. 2. Het salaris genoemd onder b zal slechts gelden voor het tijdvak, ge- durende hetwelk de tegenwoordige concierge als zodanig in gemeente- dienst werkzaam zal zijn. Artikel 6. 1. Het salaris van een ambtenaar beneden de 21-jarige leeftijd, met uit- zondering van de hulpassistente bij de openbare leeszaal en bibliotheek, wordt bepaald op het minimum van het bij zijn functie behorende salaris, verminderd met een bedrag, gelijk aan de eerste periodieke verhoging, voor elk jaar of een gedeelte van een jaar, dat hij jonger is dan 21 jaar. 2. Bij aanstelling of bevordering van een ambtenaar wordt het minimum van het bij de functie behorende salaris toegekend. In bijzondere ge- vallen kan daarvan ten gunste van de ambtenaar worden afgeweken. 3. Ingeval van bevordering zal een ambtenaar niet in een minder gun- stige toestand mogen komen dan hij verkeerde in de functie vöör de bevordering en zal zijn wedde in de nieuwe functie te allen tijde uit- gaan boven de wedde, welke de ambtenaar in de verlaten functie zou hebben genoten. Artikel 7. 1. Bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver wordt het sa- laris voor ieder jaar dienst in de beklede functie verhoogd zoals in artikel 3, 2e lid, is aangegeven. 2. Met ingang van de eerste dag van de maand, waarin hij de 62-jarige leeftijd bereikt, wordt aan de ambtenaar het maximum van de salaris- klasse, waarin zijn functie is ingedeeld, toegekend, tenzij daartegen, in verband met de wijze van dienstvervulling in voorafgaande jaren, naar het oordeel van burgemeester en wethouders ernstige bezwaren be- staan. Artikel 8. 1. Indien wegens onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of dienstijver een periodieke verhoging niet wordt toegekend, wordt de belangheb- bende hiervan schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld en zullen, tenzij ander is bepaald, verdere periodieke verhogingen zoveel later worden toegekend als de onthouding van de eerstbedoelde periodieke verhoging heeft geduurd. 2. Indien na toepassing van het bepaalde in het eerste lid de ambtenaar meer dan voldoende bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver betoont kunnen de nadelen, voor de ambtenaar aan deze toepassing verbonden, hetzij met terugwerkende kracht, hetzij voor de toekomst, geheel of gedeeltelijk ongedaan worden gemaakt. Artikel 9. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, bij meer dan gewone be- kwaamheid, geschiktheid en dienstijver een ambtenaar het maximum- salaris spoediger te doen bereiken dan in artikel 7, le lid, als regel is aangegeven. Artikel 10. De periodieke verhogingen worden door burgemeester en wethouders toegekend, gehoord het hoofd van dienst. Artikel 11. 1. Aan de ambtenaar, aan wie naar het oordeel van burgemeester en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 4