26 maart 1964
75
ningen onder één kap kunnen worden gebouwd. Er is een bespreking ge-
weest met de gemeente-secretaris waarin is gesteld, dat ook de spaarders
van het bouwfonds, die reëel willen gaan bouwen, voor deze grond in aan-
merking komen. Spreker kan rustig zeggen, dat het bouwfonds bij bur-
gemeester en wethouders in de gedachten leeft en wel zodanig, dat, wan-
neer er weer grond valt uit te geven spreker kan geen vaste belofte
doen want dat zal nauwgezet bekeken moeten worden het eigenlijk
in de lijn der verwachtingen ligt dat het bouwfonds weer eens aan de
beurt komt nu de stichting tot bevordering van de woningbouw en de
woningbouwver. „de Haemstede" grond toegewezen hebben gekregen.
Misschien dat in die tijd met meerdere spaarders, die concrete plannen
voorleggen, tot grondverkoop kan worden gekomen. Dat kan in de eerste
tijd nog niet, omdat deze hele zaak allereerst moeten worden bekeken
vanuit de mogelijkheid om de woningwetwoningen te bouwen en op het
moment geen verdere uitgifte van grond wordt gedaan totdat burgemees-
ter en wethouders zeker weten dat de woningwetbouw in kannen en krui-
ken is. Mocht dat eenmaal het geval zijn, dan komt er weer wat ruimte
en dan willen burgemeester en wethouders dus bekijken in hoever zij
spaarders van het bouwfonds hiervan kunnen laten profiteren. Is het niet
hierbij dan bij de nieuwe plannen die op stapel staan. Er zijn twee plan-
nen die al in een vrij ver gevorderd stadium van voorbereiding verkeren,
waarbij nog een derde plan zal worden bekeken, omdat burgemeester en
wethouders inderdaad van plan zijn heel de bouwerij in groot verband
voor de gehele gemeente te bezien en dan zal zeer zeker ook het bouw-
fonds weer aan de orde komen.
De heer Rutgers reserveert, in juridische taal gesproken, alle rechten.
Elke verandering is geen verbetering. Het college acht dit plan ook hele-
maal geen verbetering. Men weet hoe het daarmee gegaan is. Deze wij-
ziging is ons meer of min opgelegd. Burgemeester en wethouders zijn biij
met hetgeen zij hebben bereikt, maar zij konden niet anders dan dit plan,
hetwelk in deze vorm na overleg met de P.P.D. is opgemaakt, voorleggen,
wil het bouwen in dit plan voortgang kunnen vinden. Maar als men vraagt
of dit plan uit het brein van burgemeester en wethouders gesproten zou
zijn, dan moet spreker neen zeggen.
De kwestie van grotere oppervlakten van gelijksoortige bouw, zoals de
heer Rutgers bedoelt, is een zaak die bij een volgend uitbreidingsplan in
haar volle hoogte, breedte en diepte zal gelden.
De heer Verkouw zegt, dat hem uit het antwoord van de wethouder niet
duidelijk is geworden waar de zinsnede in het antwoord van het gemeente-
bestuur aan het bouwfonds „dat de terreinen bestemd zijn voor ingezete-
nen voor woningbouw door zelfbewoning" op slaat. Spreker heeft van
de wethouder gehoord, dat de grond is verkocht of zal worden aan de
stichting tot bevordering van de woningbouw en aan de woningbouwver-
eniging „de Haemstede".
Wethouder van Wijk: „Aan de stichting tot bevordering van de woning-
bouw een 19-tal stuks en aan „de Haemstede" een 10-tal. Er blijven dan
nog wat hoekjes grond over".
De heer Verkouw dacht dat de verkoop van grond een zaak was die de
raad aanging, nadat de verkoop in de commissie voor het grondbedrijf is
besproken.
Wethouder van Wijk antwoordt, dat de grond nog niet is getranspor-
teerd. Natuurlijk krijgt de raad die verkopen ter behandeling, maar bur-
gemeester en wethouders moeten de zaken toch voorbereiden.
De heer Verkouw heeft alle lof voor het werk van de stichting tot be-
vordering van de woningbouw, lof die hij vooral ook aan de heer Zegwaart
wil doen toekomen. Spreker heeft zich alleen afgevraagd of de cijfers die