62
26 maart 1964
I. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN DER VERGADERINGEN VAN
19 EN 20 DECEMBER 1963.
De voorzitter stelt voor de volgende wijzigingen aan te brengen.
Bladzijde 286, 25e regel van boven
In plaats van ,,fictie-leningen" te lezen ,,fixe-leningen".
Bladzîjde 361, 5e alinea
In plaats van ,,wethouder Cohen" te lezen ,,wethouder Corver".
Mevr. Cohen zegt, dat in de notulen van 20 december op blz. 359, 6e
alinea, staat vermeld: ,,Mevr. Cohen gaat daar niet mee akkoord", nadat
de voorzitter tevoren had geconstateerd, dat het onderwerp (de bouw van
scholen) de aandacht heeft maar dat een nota prematuur is. En verder
zwijgen de notulen over dit punt. Spreekster herinnert zich echter zeer
duidelijk, dat de discussie toen nog, zij het enigszins verward, is doorge-
gaan en dat het eind is geweest, dat wethouder Corver heeft gezegd: „Ik
zal het dan wel doen al is het dan maar een klein nota'tje". Spreekster
verzoekt de notulen in die geest aan te vullen.
De voorzitter vraagt aan de heer Corver of hij inderdaad een klein
nota'tje heeft toegezegd.
Wethouder Corver herinnert het zich niet helemaal, maar hij vindt het
prettig dat een en ander zo in het geheugen van mevr. Cohen is blijven
hangen. In de onderwijscommissie is hier al over gesproken en toen heeft
spreker gezegd dat, als mevr. Cohen het met zoveel stelligheid stelt, hij
best wil aannemen, dat hij dat ook gezegd heeft. Toen heeft mevr. Cohen
gezegd, dat zij ook de band had beluisterd en dat zij na dat verwarde slot
alleen nog het woord ,,nota'tje" heeft kunnen opvangen. Wie dat gezegd
had was niet te horen.
Mevr. Cohen: ,,Het was wel duidelijk te horen dat u dat gezegd had."
Wethouder Corver: ,,Ik heb in de commissievergadering in ieder geval
toegezegd, dat ik bereid was hierover een nota'tje te schrijven."
De voorzitter lijkt het niet nodig dat de notulen worden aangevuld om-
dat de gevraagde aanvulling toch in de notulen van deze vergadering wordt
opgenomen.
Mevr. Cohen gaat daarmede akkoord.
De notulen worden vervolgens, met inachtneming van de door de voor-
zitter voorgestelde correcties, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
II. INGEKOMEN STUKKEN.
a. goedkeuring door gedeputeerde staten bij besluit van 14 februari 1964,
no. 38, van de raadsbesluiten d.d. 28 november 1963, no. 125a ,,Wijzi-
ging verordening beperking uitbetaling pensioenen wethouders"; no
125b ,,Beperking uitbetaling van weduwen- en wezenpensioenen krach-
tens de uitkerings- en pensioenverordening wethouders" en no. 125c
,,Toeslagen op pensioenen oud-wethouders en hun weduwen en wezen".
b. idem bij besluit van 18 februari 1964, no. 51, van het raadsbesluit d.d.
30 januari 1964, no. 13 „Bebouwde kom ingevolge de Boswet".
c. idem bij besluit van 21 februari 1964, no. 70, van het raadsbesluit mo-
del D no. 22 tot wijziging van de gemeentebegroting 1962.
d. schrijven van het dagelijks bestuur van de A-kring bescherming bevol-
king Noord-Holland d, d.d. 20 februari 1964, houdende toezending van
de rekening van die kring over het 2e halfjaar 1961.
