29 april 1964
97
ziet juist wel logica in het verdelen van twee verkeersstromen over
twee wegen. Men krijgt dan wel niet op iedere weg de helft van het
verkeer, maar in elk geval op iedere weg belangrijk minder dan wanneer
alles op één weg wordt geconcentreerd. Ook het oversteken is hiermee
gemoeid, want naarmate er meer verkeer op een weg is wordt het over-
steken moeilijker. De aanleg van oversteekplaatsen zal het verkeer op-
houden.
De voorzitter: ,,U valt weer terug op de Adriaan Pauwlaan met uitweg
op de Herenweg en dat kan niet."
De heer Easchedé merkt op, dat er dus gezegd wordt, dat het verkeer
over de Adriaan Pauwlaan niet op de Herenweg mag uitmonden. Wie
zegt dat Daar kan altijd over gesproken worden.
De voorzitter: ,,Daar is over gesproken."
Wethouder van Wijk: „Nu is er een misverstand. Men mag vanaf de
Herenweg niet linksaf de Adriaan Pauwlaan in maar men kan er wel uit-
rijden."
De heer Enschedé zegt, dat het aanwezig zijn van verkeerslichten bij
de Adriaan Pauwlaan helemaal geen bezwaar zal vormen om van de
Herenweg linksaf de Adriaan Pauwlaan in te slaan. Tot nu is daar niet
over gesproken. Dat kan net zo goed daar, als bij de Lanckhorstlaan. Er
wordt wel gezegd dat het dan een bende wordt, maar als men de situatie
goed bekijkt zal men zien dat het wel kan. Het wordt nu ook geen bende.
Het argument dat er op korte afstand 2 verkeerslichteninstallaties zullen
zijn gaat volgens spreker niet op. In Amsterdam staan er wel op kortere
afstanden verkeerslichten in voor doorgaand verkeer bestemde straten.
De voorzitter kan slechts mededelen dat het niet mag en dat dit door de
Rijkswaterstaat is medegedeeld in het overleg dat daarover heeft plaats
gehad.
De heer Enschedé gelooft dat dat overieg niet tot een juist besluit heeft
geleid. Het is niet aannemelijk te maken. Mogelijk zal de Herenweg daar
verbreed moeten worden, maar de Adriaan Pauwlaan is breed genoeg om
het zware verkeer te verwerken. Bovendien zijn daar aparte fietspaden,
daar is wat te maken, terwijl de Lanckhorstlaan een woonstraat is.
De voorzitter: ,,Is de Adriaan Pauwlaan geen woonstraat?"
De heer Enschedé antwoordt, dat dit in belangrijk mindere mate het
geval is. In de Adriaan Pauwlaan kunnen parallelwegen worden gemaakt
voor het langzame verkeer, zoals bakker en melkboer. Die moeten in de
Lanckhorstlaan op de rijweg staan. Spreker merkt wel dat men het niet
met hem eens is, maar spreker kan het met burgemeester en wethouders
niet eens zijn. Hij gelooft dat hij zich die vrijheid mag veroorloven.
De heer Verkouw meent dat er een paar punten zijn blijven rusten. In
de eerste plaats wil spreker aanknopen bij hetgeen waar de heer Enschedé
geregeld op aandringt, door er op te wijzen, dat de Lanekhorstlaan en de
Zandvoortselaan nu al op de provinciale legger van de wegen staan als
secundaire wegen waarvoor de provincie bijdraagt zowel in de kosten van
rente en afschrijving als in die van onderhoud. Nu is dat wel aan een
bepaald maximum gebonden, maar we mogen toch aannemen, dat in de
toekomst de bijdrage van de provincie verhoogd zal worden. Er is ook
altijd nog het wetsontwerp Oud, dat al jaren rust en sluimert, maar waar
dit jaar toch ook weer in de Kamer over gesproken is en dat te
eniger tijd toch wel zal worden aangenomen, en dat naar sprekers mening
juist voor deze weg, wat de financiële bijdrage betreft, een verbetering
zal betekenen.