29 april 1961
105
stemming rnoeten zijn met de daaraan door burgemeester en wethouders
te stellen eisen. Spreekster geiooft niet dat dit tot de bevoegdheid van
burgemeester en wethouders behoort.
De heer Verkouw heeft de indruk dat het in de praktijk zö gaat, dat, als
een eigenaar niet bereid is aan kiachten van een huurder gevolg te geven,
de huurder zich tot burgemeester en wethouders wendt en dat burge-
meester en wethouders dan een aanschrijving aan de eigenaar doen uit-
gaan. Spreker meent, dat de bouwpolitie toch ook zeif initiatieven op dit
gebied kan nemen want zoals het nu gebeurt is het vrij willekeurig. Er
zijn n.l. vele panden in onze gemeente die niet aan de gestelde eisen vol-
doen. Spreker zou er daarvan één willen noemen en wel het perceel aan-
sluitend aan de Heemsteedse Apotheek, dat er, wat de verf betreft, zeld-
zaam schandalig uitziet. Eike keer als spreker er langs loopt vraagt hij
zich af waarom daar nu niets aan gedaan wordt. Hij heeft de indruk, dat,
misschien door gebrek aan personeel, de bouwpolitie op dit punt zelf geen
initiatieven neemt en niet af en toe eens gaat controleren of er geen aan-
leiding is om bepaalde artikelen van de bouw- en woningverordening toe
te passen. Spreker zou daar ook wel graag een antwoord van de wet-
houder op wilien hebben.
Wethouder van Wijk geeft direct toe, dat deze zaken meestai aan het
rollen gaan door een klacht van een huurder wanneer deze het niet eens
kan worden met zijn verhuurder. Dat wil dus niet zeggen, dat op zichzelf
die klacht onjuist is.
Spreker is er ook wel van overtuigd, dat er eigenlijk veel meer aan-
schrijvingen van de zijde van het college moesten uitgaan, na daartoe
ontvangen rapporten van openbare werken. Bouw- en woningtoezicht heeft
echter de laatste jaren zeer moeilijk gewerkt, ook al weer door onder-
bezetting van personeei en overbezetting met werkzaamheden, zodat
spreker de indruk heeft hij kan het niet met zekerheid zeggen dat
genoemde dienst niet de gehele gemeente heeft gecontroleerd om na te
gaan waar nog aanschrijvingen zouden kunnen worden geplaatst. Spreker
weet niet of dat zal moeten gebeuren. Hij dacht wel dat de bezetting van
bouw- en woningtoezicht op het moment zodanig is, dat dit meer zou
kunnen gebeuren, maar hij blijft er toch eigenlijk van overtuigd, dat ook
in de toekomst deze zaken aan het rolien zullen worden gebracht doordat
klachten bij burgemeester en wethouders binnenkomen, naar aanleiding
waarvan een onderzoek wordt ingesteld, en zonodig een aanschrijving tot
verbetering wordt verzonden.
Mevr. Vriesendorp heeft er op gewezen, dat buitenschilderwerk niet
onder artikel 145 der bouw- en woningverordening valt. Spreker vindt het
vanzelfsprekend dat buitenschilderwerk daar onder valt, ook ais het gaat
over de kwestie van kleur, soort of wijze van bewerking. Niet schilderen
is een begin van verwaarlozing van het houtwerk en dus van het huis.
Spreker zal met de directeur van Openbare Werken bespreken of het
gewenst is verdere controle op de huizen te houden, indien tenminste
daarvoor personeel beschikbaar is. In gevallen als het onderhavige moet
spreker toegeven, dat, als er van openbare werken iemand geweest is om
dat ene huis op te nemen en de drie naastliggende huizen blijken er niet
beter aan toe te zijn, het beter geweest zou zijn ook over de andere
huizen te rapporteren. Maar het is tot op heden geen gebruik geweest
om in deze zaken veei te doen. Misschien zai het in een wat meerdere
mate dan tot op heden gebruik moeten worden.
De heer Butgers vindt deze gang van zaken toch wel een beetje be-
denkelijk. Hij wil er aan herinneren, dat de huurder ook andere wegen
openstaan om verbeteringen aan zijn huis uitgevoerd te krijgen. Langs
een vrij eenvoudige weg kan de verhuurder middels de kantonrechter ge-