108 29 april 1964 Mevr. Gaasterland merkt op, dat onder „inkomen" wordt verstaan: pensioen en wachtgeld, uit welken hoofde ook genoten, uitkeringen, renten, gratificatiën e.d. ontleend aan vroeger vervulde dienstbetrek- kingen. Spreekster meent dat het de bedoeling is, dat „ontleend aan vroeger vervulde dienstbetrekkingen" zal slaan op de uitkeringen, renten, gratificatiën, e.d. Dan zal er h.i. toch achter „e.d." een komma moeten staan. De heer Scheer is met de voorgestelde redactie tevreden omdat er aan zijn destijds geopperde bezwaren tegemoet is gekomen, maar als de voorzitter het hem vraagt, vindt hij toch de suggestie die hij toen heeft gedaan mooier en eleganter. De voorzitter: ,,Maar ik vraag het u niet." De heer Scheer: want nu worden er ook gegevens verlangd over hetgeen de betrokkene uit pensioenen geniet van een vroegere betrekking b.v. bij een handelsmaatschappij of bij de cultures. Dat vindt spreker toch jammer. Hij wil nogmaals zeggen dat hij tevreden is, omdat het voorstel aan een deel van zijn verlangens tegemoet komt, maar hij had toch liever gezien, dat men zich beperkt had tot pensioen ontleend aan een overheids- betrekking. Daarom heeft spreker destijds voorgesteld om een gemiddelde pensioentijd van 25 jaar aan te houden, zoals ook door het I.Z.A. wordt gedaan. Dan zijn de onbillijkheden ondervangen. Wethouder van Wijk antwoordt op de vraag van mevr. Gaasterland, dat uit het onder e bepaalde, niet mag worden gelezen, dat de laatste woorden alleen betrekking hebben op gratificatiën e.d. ontleend aan vroeger vervulde dienstbetrekkingen. Ook spreker zou het daarom grammaticaal beter vinden als achter ,,e.d." een komma wordt geplaatst. De voorzitter stelt voor „e.d." voluit te schrijven en dan een komma te plaatsen. Wethouder van Wijk zegt, dat men het daar dus over eens kan zijn. Wat het gesprokene door de heer Scheer betreft, wijst spreker er op, dat het inderdaad de bedoeling is, dat alle arbeidsloos inkomen, althans op dat moment, hieronder valt. Het gaat hier om een hardheidsclausule, waarbij in ziektekosten, die op een gegeven ogenblik te hard aankomen, en een bepaald percentage van het inkomen te boven gaan in Heem- stede ligt dat percentage al iets hoger dan in vele andere plaatsen een tegemoetkoming wordt verleend. Het college heeft bewust dus niet gesproken van ,,vervulde ambtelijke dienstbetrekkingen". Waarom zou dat ook moeten? Als iemand van gemeentewege of anderszins een pen- sioen genietende, door ziekte in zijn gezin in moeilijkheden komt te verkeren, dan is dat te betreuren, maar spreker ziet daarin helemaal geen reden om met betrekking tot de vraag of zo iemand voor de hardheids- clausule in aanmerking komt, bepaalde inkomsten buiten beschouwing te laten. Wel zou spreker er nog voor voelen om inkomsten uit arbeid buiten beschouwing te laten, hoewel ook het tegendeel te verdedigen is. Om een ziektegeval eerder hard te maken door alleen ambtelijke pensioenen als inkomsten in aanmerking te nemen, vindt spreker een kreupele redenering waar hij geen vrede mee kan hebben. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens met inachtneming van de voor- gestelde wijziging zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. XXIV. WIJZIGING GMEENTEBEGROTING 1964. Besluit model D no. 6 tot wijziging van de gemeentebegroting 1964 aangevende voor de gewone dienst in inkomsten een vermeerdering van f 54.036,29 en in uitgaven een vermeerdering van f 123.072,58 en een ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 30