82 29 april 196 i bestaan. Zijn fractie kan zich met het voorstel van burgemeester en wet- houders verenigen. De voorzitter antwoordt, dat hij altijd de grootste waardering heeft voor de wijze waarop de heer Verkouw de raadsstukken bestudeert. Diens formele opmerkingen zijn ook vaak juist. Spreker verschilt echter nu met hem van mening, dat het niet juist zou zijn, dat in deze het college van burgemeester en wethouders de raad adviseert om dit voorstel aan te nemen, want het stuk is niet aan de raad gericht maar aan burgemeester en wethouders, met verzoek hierover het oordeel van de raad te vragen. Het is dan logisch dat burgemeester en wethouders de gegeven formulering volgen. Spreker is het met de heer Van der Linden eens, dat het voor iedereen financieel mogelijk moet zijn het wethouderschap te aanvaarden. Buiten- dien wordt het door deze verhoging van het saiaris aantrekkelijker om wethouder te willen zijn. Dit kan van groot belang zijn, onverschillig of dat nu in deze gemeente speelt of in een andere. Spreker zou het fout vinden om, terwijl een algemene regeling wordt getroffen, speciaal voor Heemstede een afwijking voor te stellen. Het gaat naar sprekers mening niet aan om te zeggen, dat in Heemstede de zaken minder moeilijk liggen dan elders. Het kan ook aan andere factoren te danken zijn dat hier minder moeilijkheden, minder conflicten, zijn dan in andere gemeenten. Spreker zou dan ook willen voorstellen het advies van burgemeester en wethouders te aanvaarden. De heer Rutgers zegt, dat het feit dat in de raad weinig conflicten voorkomen, dank zij de omstandigheid dat wij zo'n bijzonder tactvolle burgemeester hebben, geen aanleiding is om de wethouderssalarissen niet te verhogen. De voorzitter: „Dat heb ik niet gezegd. U brengt mij bijna tot een eonflict." De heer Rutgers vervolgt, dat het objectieve omstandigheden zijn die het werk van de wethouders in Heemstede gemakkelijker maken dan elders. Als de voorzitter aanvoert, dat het een algemene maatregel betreft en dat Heemstede daarin geen uitzondering kan gaan vormen, dan zegt spreker, dat, de raad, als het om objectieve criteria gaat, en daar valt ook de aantrekkelijkheid van het wethoudersambt onder, een afwijkende mening naar voren moet kunnen brengen. Een wethouder hier heeft een minder grote taak dan in andere gemeenten. Spreker zal het hier verder maar bij laten. De heer Verkouw merkt op, dat de voorzitter heeft gezegd, dat spreker de stukken altijd zeer goed bestudeert en meermalen met zijn formele opmerkingen gelijk heeft. Op gevaar af dat de voorzitter hem van formalisme gaat betichten, zou spreker er toch op willen wijzen, dat, wanneer burgemeester en wethouders voorstellen aan gedeputeerde staten mede te delen, dat de raad zich met de voorgestelde herziening der wet- houderssalarissen kan verenigen, zulks inhoudt, dat burgemeester en wet- houders zelf een standpunt innemen. Dat deze brief aan burgemeester en wethouders is gericht, wil zeggen, dat het college als brievenbus fungeert. Burgemeester en wethouders worden n.l. uitgenodigd om het oordeel van de raad te vragen. Het komt zelfs in verschillende gemeenten wel voor, dat de wethouders tijdens de discussies over dit onderwerp de vergadering v 6r IrIbii De voorzitter interrumpeert, dat gedeputeerde staten deze brief ook aan de raad hadden kunnen richten. Dat is niet gebeurd, zij hebben willens en wetens het college van burgemeester en wethouders gekozen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 4