29 april 1964 83 De heer Scheer zegt, dat wie zwijgt toestemt. Wanneer spreker nu zou zwijgen zou dat betekenen, dat hij instemt met het door de voorzitter gehanteerde argument, dat het salaris ook moet dienen om de functie van wethouder aantrekkelijk te maken. Spreker is van mening, dat de ver- vulling van dit ambt niet uitsluitend door het salaris aantrekkelijk moet zijn doch dat er ook nog wel een beetje idealisme bij moet komen. De voorzitter gelooft dat de heer Scheer dat toch verkeerd ziet. Spreker vindt het van het allergrootste belang, dat er geen beletselen bestaan, welke dan ook, om het ambt van wethouder te aanvaarden. Ten aanzien van de objectieve maatstaven waarover de heer Rutgers sprak, wil spreker naar voren brengen, dat de verantwoordelijkheid van het wethoudersambt toch wel allereerst een objectieve maatstaf is. Of het werk van de wet- houders nu moeilijk is of minder moeilijk, doet niets af aan de verant- woordelijkheid die op hen rust voor het gehele gemeentebeleid. Voorts zal er, zoals uitdrukkelijk in de circulaire van gedeputeerde staten staat, bij niet aanvaarding van dit voorstel een vrij aanzienlijke achterstand ont- staan ten opzichte van de bezoldiging van de wethouders in andere provincies. Spreker gelooft dat deze argumenten toch wel gewicht in de schaal leggen. De heer Kooijmans wil nog even opmerken, dat hij niet gesproken heeft over de wethouderssalarissen in het algemeen maar over de bezoldiging van de wethouders in Heemstede. Als de voorzitter zegt, dat het ambt van wethouder aantrekkehjk gemaakt moet worden en dat het mogelijk moet zijn dat iedereen het ambt kan vervullen, dan wil spreker er op wijzen, dat die voorwaarden met deze salariëring ook niet vervuld worden. Het gaat spreker er om, dat de werkzaamheden van de wethouders in ver- houding niet zwaar genoemd kunnen worden en het te verrichten werk bovendien nog over 4 wethouders is verdeeld. Dit te zamen nemende heeft spreker bezwaar tegen deze verhoging, hoewel hij niet tegen zal stemmen. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De heer Verkouw wil nog een formele opmerking maken. Bij de inge- komen stukken ligt het door gedeputeerde staten goedgekeurde besluit tot aankoop van grond van de heer Gunning. Dit besluit komt niet voor op de lijst van ingekomen stukken. Het besluit is dus niet voor kennisgeving aangenomen. Het spijt de voorzitter, de heer Verkouw een compliment gemaakt hebbende, dat hij hem er ten tweede male op moet wijzen, dat zijn op- merking niet juist is. Spreker heeft voorgelezen, dat gedeputeerde staten hebben goedgekeurd het raadsbesluit dd. 20 december 1963 ,,Aankoop grond ten noorden van de Prinsenlaan" en dat is het stuk waarop de heer Verkouw doelt. De heer Verkouw: „Dan hebt u het verdagingsbesluit niet voorgelezen dat ook bij de stukken lag. Maar u hebt gelijk, mijn excuus." IV. VASTSTELLING VERGOEDING OVER 1962 AAN BIJZONDERE SCHOLEN. Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 46. Vaststelling vergoeding over 1962 aan bijzondere scholen. De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hiermede kan verenigen. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 5