28 mei 1964.
131
De heer Enscliedé wil er de aandacht op vestigen, dat de bewoners nu
zelt' moeten zorgen voor kachels en kosten van verwarming, terwijl mis-
schien twee jaar later de zaak wordt omgebouwd voor centrale verwar-
ming en dan zijn de kachels overbodig geworden.
Wethouder Van Wijk antwoordt, dat de toekomstige bewoners al wel
kachels zullen hebben.
De heer Van der Linden wijst er op, dat de centrale gasverwarming een
zaak is die nog in haar ontwikkelingsstadium verkeert. Spreker gelooft
dat men daar rustig mee moet wachten. Bovendien is de huurprijs van de
wonmgen toch al buitengewoon hoog. Spreker is het met de wethouder
eens, dat het beter is later een standpunt te bepalen.
De heer Zegwaart merkt op, dat de wethouder steeds van 2 en zo nodig
3 televisiemasten spreekt. Spreker vraagt of het bedrag van f 13.890,
bedoeld is voor twee of een antenne.
Wethouder Van Wijk antwoordt, uit het bedrag van 13.890,op te
maken, dat het voor 2 masten is bedoeld. Elders in de gemeente is kortge-
leden één mast geplaatst en die kostte f 6000. Spreker heeft hieruit opge-
maakt en hij meent dat ook te weten, dat het bedrag dus voor twee masten
is bedoeld, één aan de noordkant en één aan de zuidkant van het complex.
De heer Enschedé zegt, dat aan de overkant van de tafel er op gewe-
zen is, dat de huur zo hoog wordt en dat er daarom naar gestreefd moet
worden de bouwkosten te drukken. Dat wil dan zeggen, minder goed.
Spreker wijst er op, dat huizen zonder centrale verwarming, in Europa
als verouderd worden beschouwd. In de landen om ons heen, met dezelfde
industrialisatie en dezelfde bouwmarkt, worden betere huizen gebouwd en
met centrale verwarming. Spreker blijft er bij, dat we achterop komen
door huizen zonder centraie verwarming te bouwen.
De heer Brandsma zegt, dat wel niemand groter voorstander van cen-
trale verwarming in nieuwe huizen zal zijn dan spreker, maar hij meent,
dat men ook realist moet zijn. De vraag rijst dan, of het een klassieke
centrale verwarming moet zijn dan wel een centrale verwarming gevoed
door aardgas. De financiële consequenties daarvan kan niemand overzien.
Persoonlijk heeft spreker niet de indruk, dat het stoken met aardgas zo-
veel voordeliger zal zijn dan nu met ruwe olie. Hij gelooft daar nog niet
direct in en in ieder geval zal dat verwachfe voordeel niet van die impor-
tantie zijn, dat men zal zeggen: nu kunnen we ons de aanleg van centrale
verwarming permitteren. Spreker beschikt uit andere hoofde over de jong-
ste cijfers van het departement van de gunningen die dit jaar zijn toege-
staan voor woningwetbouw. De gemiddelde huur van de woningen in het
project dat voor ons ligt, komt neer op f 25,50f 26,Dat is 5 gulden
boven het landelijk gemiddelde van de woningwetwoningen die tot vandaag
zijn goedgekeurd. Met het treffen van voorzieningen voor centrale verwar-
ming zal heel goedkoop genomen zeker 3 4 gulden in de week ge-
moeid zijn. Spreker vraagt zich dan af, hoe het gemeentebestuur de zaak
in Den Haag rond zal krijgen. Hij wil wel eerlijk zeggen, dat het nodig
zal zijn extra ijzers in het vuur te leggen om die goedkeuring los te krij-
gen. Wij kunnen nu wel heel idealistische betogen opzetten over centrale
verwarming, maar als men dan niet de woningen krijgt die begeerd wor-
den, dan vindt spreker toch, hoezeer betreurende dat dit project niet met
centrale verwarming kan worden gerealiseerd, dat het toch maar beter is
deze woningen te bouwen zoals het plan nu voor ons ligt en dan, zoals de
wethouder zegt, t.z.t. te zien of de situatie, ook financieel, misschien wat
anders komt te liggen ten aanzien van het hele huurvraagstuk enz., zodat
later deze woningen mogelijk nog centraal verwarmd kunnen worden. Die