2e afd. 22 juli 1964 96a, b
LOONCOMPENSATIE IN VERBAND MET HUURVERHOGING
INGAANDE I JULI 1964
Aan de Raad,
In een circulaire van 2 juli 1964, no. AB 64/U 1232 deelt de Minister
van Binnenlandse Zaken mede, welke compensatiemaatregelen voor het
rijkspersoneel zullen worden getroffen in verband met de verhoging der
huren met ingang van 1 juli 1964.
Blijkens deze circulaire heeft de regering besloten tot een compensatie
van 1,3%, met een minimum van f 8,70 per maand.
De compensatie zal, gezamenlijk met de bestaande compensatie voor de
huurverhogingen van 1 april 1960 en van 1 september 1962, als een af-
zonderlijke toeslag naast het salaris worden toegekend.
Deze toeslag zal derhalve met ingang van 1 juli 1964 5,3% van de wedde
gaan bedragen, met een minimum voor een standplaats der eerste klasse
van f 35,90 per maand. Dit minimum is verkregen door samenvoeging
van de bestaande huurcompensatie (4%) met die voor 1964.
De Minister nodigt de gemeentebesturen uit voor het personeel der ge-
meenten overeenkomstige voorzieningen te treffen.
Verwacht mag worden, dat het Centraal Orgaan inzake gemeenschappe-
lijke behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden de gemeen-
tebesturen dienovereenkomstig zal adviseren.
Wij stellen U daarom voor hiertoe over te gaan door vaststelling van
nevensgaand ontwerp-besluit, genummerd 96a. Het onder b in dit ontwerp
bepaalde houdt verband met de overgang van week- naar maandsalaris-
sen.
Tenslotte bieden wij U hierbij tevens onder no. 96b ter vaststelling aan
het ontwerp-besluit tot eerste wijziging der verordening regelende de be-
zoldiging der ambtenaren op jaarsalaris, waardoor de kortingen wegens
het genot van vrije woning met ingang van 1 juli 1964 zullen worden ver-
hoogd met 10%.
Heemstede, 15 juli 1964.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.