91
2e afd.
22 juli 1964
b. Het 2e lid van dit artikel wordt na het woord ,,krachtens" gelezen
als volgt:
deze verordening, wordt onder een pensioen ook bedoeld eigen
pensioen verstaan.
VII In artikel 31, onder c, wordt de omschrijving van het begrip pen-
sioen gelezen als volgt:
een weduwenpensioen of een wezenpensioen, toegekend krachtens deze
verordening.
VIII De laatste zinsnede van artikel 35, 3e lid, wordt gelezen als volgt:
,,wordt het pensioen, onverminderd het bepaalde in het volgende artikel,
op dat andere bedrag vastgesteld".
IX Ingevoegd worden twee nieuwe artikelen, luidende:
Artikel 35 a
Een pensioen, dat is berekend met inachtneming van de bepalingen, zoals
deze op 31 augustus 1956 golden, overschrijdt na toepassing van artikel
35, 2e en 3e lid, niet een bedrag, dat voor belanghebbende krachtens het
bepaalde in artikel 9 der wet van 5 september 1957, stbl. 365, op 1 janu-
ari 1957 als maximum gold, vermenigvuldigd met het getal, dat krachtens
de tabel, bedoeld in artikel 35, 2e lid, geldt voor de per 1 januari 1957 tot
gelding gekomen berekeningsgrondslag.
Artikel 35 b
1. Telkenmale wanneer bij algemene maatregel van bestuur, als bedoeld
in artikel 24 h der wet van 1 augustus 1956, stbl. 455, regelen worden
vastgesteld ten aanzien van de mate waarin, de wijze waarop en het
tijdstip met ingang waarvan de pensioenen, toegekend krachtens de
bepalingen van hoofdstuk I dier wet zullen worden aangepast aan met
ingang van een dag na 1 januari 1963 aangebrachte, algemene wijzi-
gingen in de bezoidiging van het rijkspersoneel, treffen burgemeester
en wethouders, zo nodig, overeenkomstige maatregelen ten aanzien van
de pensioenen, toegekend krachtens deze verordening.
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in het kader van de ter uit-
voering van het eerste lid te treffen voorzieningen wijzigingen aan te
brengen in de tabel, bedoeld in artikel 35, 2e lid. Het tijdstip van in-
gang dier wijzigingen wordt niet eerder gesteld dan dat, waarop de
bij de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur gere-
gelde aanpassing van op hoofdstuk I der wet van 1 augustus 1956,
stbl. 455, steunende pensioenen ingaat.
X a. In artikel 36, le lid, wordt voor de woorden ,,het voorgaande arti-
kel" gelezen „de voorgaande artikelen van deze paragraaf".
b. In artikel 36, 2e lid, wordt voor de woorden ,,het voorgaande arti-
kel" gelezen ,,de voorgaande artikelen, met uitzondering van ar-
tikel 35 b,".
c. Toegevoegd wordt een 3e lid, luidende:
3. Toepassing van de artikelen 9 en 24 dezer verordening geschiedt,
nadat op de pensioenen de bepalingen van deze paragraaf zijn toe-
gepast en met dien verstande, dat, ingeval in de bedragen, genoemd
in de artikelen 35 en 43 a van de wet van 1 augustus 1956, stbl.