22 juli 1964 169 om die borden te betalen. Een bezoek aan de Linnaeushof heeft zeker betekenis. Het volgend jaar zal een folder worden uitgegeven waarin gewezen wordt op de exotische planten en bomen die in de Linnaeushof voorkomen. De naam Linnaeus heeft in het land ook wel een bepaalde faam. De ge- meente behoeft niet anders te doen dan toestemming te geven om borden te plaatsen die de vreemdeling naar de Linnaeushof verwijzen, evenals dit voor de Keukenhof geschiedt. De gemeente hoeft de Linnaeushof niet te subsidiëren, integendeel zij ontvangt een belangrijk bedrag aan ver- makelijkheidsbelasting uit de bezoeken aan de Linnaeushof. De gemeente Ievert dan een positieve bijdrage aan een behoorlijke wijze van recreëren. Door vergelijkingen te maken met restaurant Groenendaal en Boeken- roode trekt de voorzitter de zaak scheef en daarmede wordt de zaak niet gediend. Spreker vindt, dat, ais men over deze dingen spreekt, men ze op hun plaats moet houden. Het komt spreker voor, dat met plaatsing van een beperkt aantal verwijzingsborden naar de Linnaeushof een gemeenschaps- belang wordt gediend en dat het de taak van de overheid is hieraan mede te werken. De voorzitter meent, dat de heer Verkouw één bepaald argument toch teveel naar voren schuift, nl. de kwestie van de vermakelijkheidsbelasting. Er zijn insteliingen in de gemeente die meer vermakelijkheidsbelasting opbrengen dan de Linnaeushof, maar dat geeft op zichzelf geen aanleiding om daarvoor de plaatsing van verwijzingsborden toe te staan. Spreker kan niet inzien dat hij de zaak scheef heeft getrokken door een paar andere particuliere ondernemingen te noemen. Hij heeft alleen getracht de zaak te begrenzen. De heer Rutgers vraagt zich af of de wijze waarop de heer Verkouw dit punt aan de orde stelt wel een gelukkige is. Dit is ongetwijfeld een punt van algemeen belang, maar misschien ware het beter geweest als de heer Verkouw hierover schriftelijk vragen had gesteld. Het komt hem voor, dat de rondvraag met dergelijke vragen wat zwaar belast wordt. Nu de zaak eenmaal in bespreking is, zou spreker toch een argu- ment naar voren willen brengen dat naar zijn mening niet voldoende is belicht. De voorzitter heeft de nadruk gelegd op het particuliere karakter van de instelling die de borden vraagt, maar dit argument spreekt spre- ker niet aan. Een particuliere instelling kan zeer wel van groot recreatief beiang zijn voor de inwoners en de toeristen. Belangrijker vindt spre- ker de vraag of het nodig is een bepaalde verwijzing naar een object te doen in verband met de moeilijkheid de weg daarheen of naar een bepaal- de ingang te vinden. Naar sprekers mening is de ingang van de Linnaeus- hof niet zo moeiiijk te vinden. Het op vele punten in de gemeente plaat- sen van borden uit een oogpunt van het vinden van de weg daarheen, acht ook spreker niet nodig omdat dergelijke aanwijzingen zeer sterk het karakter van reclame dragen. Spreker zou bij de beoordeling van aan- vragen voor het plaatsen van aanwijzingsborden, het accent willen leggen op de vraag of die borden voor de Heemsteedse bevolking en voor f'e toe- risten noodzakelijk zijn voor het vinden van de weg. Spreker kan zich voorstellen dat het college deze vraag in zijn overwegingen betrekt. De aanvragen alleen te beoordelen op grond van particuliere of niet particu- liere exploitatie van het object, gaat spreker wat te ver. De voorzitter antwoordt, dat de heer Rutgers eigenlijk toch wel voor een deel sprekers betoog onderstreept, misschien zonder het precies te willen. Het toestaan van het plaatsen van verwijzingsborden af te laten hangen van de vraag of men al dan niet gemakkeiijk de weg naar het ob- ject kan vinden, lijkt spreker een nogal moeilijke norm. Zo kan het voor iemand, die naar een bepaalde viswinkel wil, gemakkelijk zijn te weten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 13