22 juli 1964 163 over deze voordracht eigenlijk nog niet helemaal voltooid was. Zij meent bovendien uit de voorgeschiedenis van deze zaak te mogen afleiden, dat mej. Verlind inderdaad wel een goede kans zou maken om benoemd te worden, zij het, dat er een tweetal wettelijke bezwaren tegen haar voor- dracht zou zijn, nl., dat zij nog geen 23 jaar is dat wordt zij pas een maand nadat de benoeming zou ingaan en dat zij nog geen 3 jaar bij het kleuteronderwijs heeft gewerkt. Dat laatste is maar ruim 2 jaar. De inspectrice heeft blijkbaar in de besprekingen die zij met de oudercommis- sie heeft gehad toch wel laten doorschemeren, dat naar haar mening te- gen deze wettelijke bezwaren wel opgeroeid zou kunnen worden omdat daarvoor dispensatiemogelijkheid bestaat. De oudercommissie is erg be- zorgd over het feit, dat een sollicitante wordt voorgedragen die een totaal andere opleiding heeft gevolgd dan het personeel dat nu aan de school ver- bonden is en dat daardoor een scheve verhouding zou groeien onder het onderwijs gevende personeel. Spreker kan dat niet beoordelen want hij is geen onderwijsdeskundige, zelfs niet van het kleuteronderwijs. Spreker heeft de voorzitter horen zeggen, dat de inspectrice niet geporteerd was voor de voordracht van mej. Verlind. De Voorzitter: ,,Zo sterk heeft ze het niet gezegd, maar ze heeft burge- meester en wethouders op de genoemde bezwaren gewezen." De heer Brandsma vraagt het met opzet zo, omdat dat lid van de ouder- commissie hem juist vertelde, dat de commissie tijdens de bespreking met de inspectrice zeer positief de indruk had gekregen, dat de inspectrice geen bezwaar tegen het voordragen van mej. Verlind zou hebben terwijl zij zelfs nog had gesproken over het verlenen van een dispensatie ten aan- zien van wettelijke bevoegdheden enz. Spreker vertelt aileen maar wat hem is overgebracht. Als dat allemaal juist is zou spreker, ook al omdat de wethouder van onderwijs niet aanwezig is, en hier wellicht wat over- ijld gehandeld zou kunnen zijn, er alles voor voelen de benoeming één ver- gadering aan te houden teneinde de wethouder gelegenheid te geven te vertellen hoe de zaak dan wel in elkaar zit. Spreker vindt het echt wel een beetje vervelend, dat men namens de oudercommissie bij raadsleden op bezoek komt om de bestaande bezwaren naar voren te brengen. De heer Rutgers vraagt, hoe oud de eerstvoorgedragene precies is. Hij meent, dat zij in leeftijd niet zoveel scheelt met mej. Verlind. Voorts is het spreker opgevallen, dat bij de stukken wel een staat van inlichtingen ten aanzien van de tweede voorgedragene lag doch niet van de eerstvoorge- dragene, althans maandag was dat het geval. Het is loffelijk dat er met deze benoeming haast wordt betracht, maar de raadsleden hebben dus voor een groot deel nog geen kennis kunnen nemen van de ingewonnen inlichtingen omtrent de eerstvoorgedragene, hetgeen toch belangrijk is. Spreker zou daarom het voorstel van de heer Brandsma om de benoeming aan te houden, in principe wel willen ondersteunen teneinde deze zaak nog eens te kunnen bekijken, want het is volgens spreker altijd vervelend als tegen de uitdrukkelijke wens van de oudercommissie wordt gehandeld. De goodwill van de school in de buurt is natuurlijk ook belangrijk. Spreker zou ook gaarne vernemen of de voordracht is opgemaakt ten tijde dat de wethouder van onderwijs al of niet aanwezig was en of hij daarover contact met de inspectrice heeft gehad. Het begrijpeiijke argument van burgemeester en wethouders tegen het voorstel van de heer Brandsma is natuurlijk, dat er met de benoeming haast moet worden gemaakt in ver- band met de nieuwe cursus, maar dat zal dan afgewogen moeten worden tegen de andere argumenten. De lieer Enschedé zegt, dat in de sollicitatiebrief van de tweede candi- date een verlangen voorkomt. Spreker vraagt of dat verlangen gehono-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 7