164
22 juli 1964
reerd kan worden. Indien dat niet het geval is, heeft spreker begrepen
dat deze candidate afvalt.
De heer Verkouw zegt, dat het lid van de oudercommissie dat de heer
Brandsma heeft bezocht, opgemerkt schijnt te hebben, dat no. 1 van de
voordracht in het bezit zou zijn van diploma's die eigenlijk ver af staan
van het onderwijs dat zij gaat dienen.
De heer Brandsma: ,,Zij komt van een andere opleidingsschool."
De heer Verkouw: ,,Ik dacht juist, dat haar papieren heel goed in orde
waren."
Wethouder mevr. Van der Meulen, de wethouder van onderwijs waarne-
mend, zegt, dat de heer Kutgers meent, dat het verschil in leeftijd tussen
bedoelde beide dames niet zo heel groot was. Dat is wel het geval want
no. 1 van de voordracht is 25 jaar terwijl mej. Verlind nog 23 moet wor-
den. Dat is op die leeftijd toch wel een belangrijk verschil. Voorts heeft
mej. Verlind gezegd, dat zij had gesolliciteerd om het maar eens te pro-
beren, terwijl ze zelf wel begreep, dat zij niet voor benoeming in aanmer-
king zou komen. Zij ging dan ook volkomen akkoord met de toezegging
van de inspectrice, dat, wanneer zij wêl de wettelijke leeftijd en het wet-
telijke aantal dienstjaren zou hebben, zij zeker voor een benoeming als
hoofdleidster in aanmerking zou komen. Het is dus echt niet zo, dat mej.
Verlind zich gepasseerd gevoelt.
Spreekster meent ook dat de hoofdleidster, mevr. Kauffmann en dat
strekt haar tot eer zeer geporteerd is voor mej. Verlind. Zij schijnen
heel prettig te hebben samengewerkt. Mevr. Kauffmann heeft bij deze ac-
tie ook wel een zeer ruim woordje mee gesproken. Verder is het moeilijk
om een candidaat die wel aan de wettelijke eisen voldoet te passeren voor
iemand die voor die vereisten dispensatie moet hebben. Spreekster kan
zich voorstellen dat men dispensatie vraagt in het geval dat er geen en-
kele candidaat aan de wettelijke bepalingen voldoet, maar wanneer men
wel een candidaat heeft die aan de vereisten voldoet, is het toch wel een
beetje moeilijk om dispensatie te gaan vragen. Dat zal toch wel bedoeld
zijn voor uitzonderingsgevallen. In de derde plaats heeft no. 1 zeer goede
papieren. Dat ze van een andere opleiding komt kan natuurlijk wel eens
verschil in opvattingen geven, maar spreekster gelooft niet dat dit van
zodanige invloed is dat andere ieerkrachten niet hun eigen weg kunnen
gaan. Dat argument lijkt haar toch wel een beetje overtrokken. Er is een
zekere haast gemaakt om de benoeming in deze vergadering te doen plaats
hebben teneinde met de aanvang van het nieuwe schooljaar met een vol-
ledige bezetting van leerkrachten te kunnen starten. Dat is toch wel zeer
aan te bevelen. Spreekster meent dat burgemeester en wethouders met
deze voordracht echt niet fout zijn. Mej. Verlind komt niet een maand te-
kort maar een heel jaar.
De heer Brandsma: ,,Ze is er 2 jaar en 3 maanden, dus ze komt een
hele maand tekort."
De heer Verkouw vraagt zich ook af waarom deze benoeming zou moe-
ten worden uitgesteld. Men moet dan eerst een maand wachten en intussen
dispensatie vragen. Dat lijkt hem juist in de vakantietijd nogal moeilijk.
Bovendien zullen zwaar genoeg wegende argumenten aanwezig moeten zijn
om met kans op succes dispensatie te kunnen vragen en spreker gelooft
niet dat dat het geval is.
Wethouder mevr. Van der Meulen merkt op, dat no. 1 van de voordracht
waarschijnlijk niet rustig zal afwachten of zij hier benoemd wordt maar
ook verder zal gaan soliiciteren.